302

Zoek je plek
Pak je
spullen
Deze les:
Introductie, planning, korte herhaling vorige les              (5min)

Verder net 3.1:
-Krachten bij stilstaan en bewegen.                               (10min)

Aan de slag:
- Samen opdracht 7             (5 min)
- Zelf aan leerdoel              (20 min)
        311 t/m 314

1 / 47
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with text slides.

Items in this lesson

Zoek je plek
Pak je
spullen
Deze les:
Introductie, planning, korte herhaling vorige les              (5min)

Verder net 3.1:
-Krachten bij stilstaan en bewegen.                               (10min)

Aan de slag:
- Samen opdracht 7             (5 min)
- Zelf aan leerdoel              (20 min)
        311 t/m 314

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

1. Je kunt beschrijven wat de drie mogelijke gevolgen van een kracht zijn.
2. Je kunt voor de zwaartekracht, de normaalkracht, de spierkracht, de veerkracht, de spankracht en de weerstandskrachten aangeven op welk voorwerp ze waar aangrijpen, in welke richting ze werken en hoe groot ze zijn.
3. Je kunt rekenen met de formules voor zwaartekracht en de veerkracht.
4. Je kunt de krachten op een voorwerp tekenen.

Slide 4 - Slide

Krachten uit 3.1:
Zwaartekracht:
Fz=mg
Normaal- en spankracht 


   Als het voorwerp niet
   beweegt in verticale
   richting.


FN=Fz
Spierkracht en veerkracht
           Doen we in H4
Schuifwrijvingskracht
en rolwrijvingskracht
   
   Zijn niet afhankelijk   
   van de snelheid van 
   het voorwerp.
   
Luchtwrijvingskracht   
   

   Is afhankelijk van de  
   snelheid van het 
   voorwerp.
Fspan=Fz

Slide 5 - Slide

Kist staat stil: 

Slide 6 - Slide

Kist staat stil: 
FN=Fz
Fspier=Fw,tot

Slide 7 - Slide

Kist versnelt: 

Slide 8 - Slide

Kist versnelt: 
FN=Fz
Fspier=Fw,tot
>

Slide 9 - Slide

Kist beweegt met constante snelheid

Slide 10 - Slide

Kist beweegt met constante snelheid
FN=Fz
Fspier=Fw,tot

Slide 11 - Slide

Kist vertraagt: 

Slide 12 - Slide

Kist vertraagt: 
Fspier=Fw,tot
<

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

timer
4:00

Slide 15 - Slide

Aan de slag
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Zoek je plek
Pak je
spullen
Deze les:
Opdrachten nakijken?       (10min)

Start 3.2:
-Meerdere krachten op één voorwerp tekenen                                                                      (10min)

Aan de slag:
- Samen werkblad maken           
                                                (30 min)
- Zelf aan leerdoelen         (1 min)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

timer
5:00

Slide 21 - Slide

3 manieren om krachten op te tellen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

In tekeningen laten we alle krachten die op een voorwerp werken in één punt aangrijpen.

Slide 24 - Slide

Gegevens:
m= 200 kg


Rolweerstand mag je verwaarlozen
Fluchtweerstand=500N
Fmotorkracht=500N
Bereken de resulterende kracht

Slide 25 - Slide

Gegevens:
m= 200 kg



Rolweerstand mag je verwaarlozen
Fluchtweerstand=500N
Fmotorkracht=500N
Bereken de resulterende kracht

Slide 26 - Slide

Opeens wind tegen
Gegevens:
m= 200 kg



Rolweerstand mag je verwaarlozen.

Fluchtweerstand=500N
Fwind=200N
Fmotorkracht=500N
Bereken de resulterende kracht

Slide 27 - Slide

Opeens wind tegen
Gegevens:
m= 200 kg



Rolweerstand mag je verwaarlozen.

Fluchtweerstand=500N
Fwind=200N
Fmotorkracht=500N
Krachten in dezelfde richting: bij elkaar optellen

Krachten in tegengestelde richting: van elkaar aftrekken.
Bereken de resulterende kracht

Slide 28 - Slide

Gegevens:
m= 90 kg


Rolweerstand mag je verwaarlozen.
Fspierkracht=80N
Fluchtweerstand=80N
Bereken de resulterende kracht

Slide 29 - Slide

Opeens wind van achter
Gegevens:
m= 90 kg



Rolweerstand mag je verwaarlozen.


Fspierkracht=0N
Fluchtweerstand=80N
Fwind=200N
Bereken de resulterende kracht

Slide 30 - Slide

Opeens wind van de zijkant
Gegevens:
m= 90 kg



Rolweerstand mag je verwaarlozen.


Fspierkracht=0N
Fluchtweerstand=80N
Fwind=200N
Bereken de resulterende kracht

Slide 31 - Slide

Krachten optellen onder een hoek ten opzichte van elkaar

Slide 32 - Slide

Opeens wind van de zijkant
Gegevens:
m= 90 kg



Rolweerstand mag je verwaarlozen.


Fspierkracht=0N
Fluchtweerstand=80N
Fwind=200N
Bereken de resulterende kracht

Slide 33 - Slide

Opeens wind van de zijkant
Gegevens:
m= 90 kg



Rolweerstand mag
je verwaarlozen.


Fspierkracht=0N
Fluchtweerstand=80N
Fwind=200N
Parallellogram methode:

Stap 0: Bepaal de schaal
van je tekening.

Stap 1: Trek een hulplijn parallel aan kracht 1, door de punt van kracht 2.

Stap 2: Trek een hulplijn parallel aan kracht 2, door de punt van kracht 1.

Stap 3: Teken de vector van de resulterende kracht van het aangrijpingspunt naar het kruispunt van de hulplijnen.

Stap 4: Meet de vector van de resulterende kracht en berekend de grootte.
Bereken de resulterende kracht

Slide 34 - Slide

Bijzondere situatie
Gegevens:
m= 90 kg


Fspierkracht=0N
Fluchtweerstand=80N
Fwind=200N
Bereken de resulterende kracht

Slide 35 - Slide

Bijzondere situatie
Gegevens:
m= 90 kg


Fspierkracht=0N
Fluchtweerstand=80N
Fwind=200N
Als de hoek tussen de krachten 90 graden is:
Fres=((F1)2+(F2)2)

Slide 36 - Slide

Maak het
Werkblad
Als de hoek tussen de krachten 90 graden is:
Fres=((F1)2+(F2)2)
Parallellogram methode:

Stap 0: Bepaal de schaal
van je tekening.

Stap 1: Trek een hulplijn parallel aan kracht 1, door de punt van kracht 2.

Stap 2: Trek een hulplijn parallel aan kracht 2, door de punt van kracht 1.

Stap 3: Teken de vector van de resulterende kracht van het aangrijpingspunt naar het kruispunt van de hulplijnen.

Stap 4: Meet de vector van de resulterende kracht en berekend de grootte.

Slide 37 - Slide

1:
a) Bepaal de grootte van F1 en F2
b) Bepaal de grootte van de resulterende kracht.

Slide 38 - Slide

2:
a) Bepaal de grootte van F1

b) Bepaal de grootte van de resulterende kracht.

Slide 39 - Slide

3:
a) Bereken de resultante kracht.
b) Bepaal de resultante kracht.

Slide 40 - Slide

4:
Maarten vaart met zijn bootje in het water. Er werken drie krachten op de boot. 
1) Een motorkracht van 250N.
2) Een windkracht van 75N van links naar rechts.
3) Een tegenstroom van 75N die onder een hoek
van 45 graden links van voren de boot raakt.

Bepaal de totaalkracht op het bootje met behulp 
van een tekening op schaal.

Slide 41 - Slide

Aan de slag
Maak 321

timer
1:00
Straks bespreken:
19, 20, 21, 22 

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Aan de slag
Maak 321
timer
1:00
Huiswerk

Slide 47 - Slide