H5 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

H5 Lezen

kritisch lezen

NN, h5

Leerdoel

Ik kan kritisch lezen om te beoordelen 

of 

een tekst objectief en betrouwbaar is.

Leesdoelen en leesstrategieën

Leesdoel                                                        Leesstrategie

Informatie zoeken -------------------------------> Zoekend lezen

Eerste indruk van een tekst krijgen -------> Oriënterend lezen

Hoofdzaken uit tekst halen -------------------> Globaal lezen

Tekst begrijpen -----------------------------------> Intensief lezen

Tekst leren -----------------------------------------> Studerend lezen

Tekst beoordelen --------------------------------> Kritisch lezen

Kritisch lezen

Doel:  beoordelen of een tekst objectief, betrouwbaar en bruikbaar is. 

1. Let op de deskundigheid en objectiviteit van de schrijver
2. Let op het doel van de tekst
3. Let op de bron en de datum
4. Let op de argumenten

De bron van een tekst

Een bron moet bij voorkeur actueel zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen.

Dat kun je aan de bronvermelding zien.

De schrijver van een tekst

Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept. En objectief als voor- en tegenstanders worden aangehaald.

Het doel van een tekst

Een tekst is onpartijdig als die alleen maar

informatie geeft.

Een tekst is partijdig als die ergens reclame voor maakt.

Reclameteksten zijn meestal niet erg betrouwbaar,

omdat ze als doel hebben de lezer aan te sporen iets te kopen

Ook roddelbladen nemen het soms niet zo nauw met de waarheid. 

Schoolboeken en de meeste nieuwsberichten zijn wel betrouwbaar, omdat ze als doel hebben de lezer informatie te geven.

Nepnieuws op internet

Weet jij welke informatie op internet betrouwbaar is?

Veel jongeren en volwassenen vinden het lastig om te beoordelen

of iets wat ze online tegenkomen nepnieuws

of juist betrouwbare informatie is.

hoe weet je dat
iets nepnieuws is?

quiz.ntr.nl

zelf aan de slag

doe de nepnieuwstest op 

slechtnieuws.nl

Klaar? start m. opdr. 5 p. 144

H5, opdracht 1