Spelling algemeen

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Al geoefend: werkwoordspelling
Nieuwe onderdelen (uitleg en oefenen):
- Woorden afbreken
- Bezitsvorm
- Bijvoeglijk naamwoord
- Meervoud zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Slide

Goed of fout afgebroken?
cir-cusdirecteur
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

Goed of fout afgebroken?
probleem-kind
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

Goed of fout afgebroken?
kleu-ren
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Goed of fout afgebroken?
o-pening
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat is de juiste bezitsvorm van:
'de auto van mijn mama'
A
mijn mamas auto
B
mijn mama's auto
C
mijn mama' auto
D
mijn mamas' auto

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste bezitsvorm van:
'de kinderen van Jasmijn'
A
Jasmijns kinderen
B
Jasmijn's kinderen
C
Jasmijns' kinderen
D
Jasmijn' kinderen

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste bezitsvorm van:
'de lessen van Truus'
A
Truuss lessen
B
Truus's lessen
C
Truus lessen
D
Truus' lessen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Wat is juist?
A
papiere zakdoekjes
B
papieren zakdoekjes

Slide 13 - Quiz

Wat is juist?
A
grote mensen
B
grootte mensen
C
groten mensen
D
groote mensen

Slide 14 - Quiz

Wat is juist?
A
Een nieuw huis
B
Een nieuwe huis

Slide 15 - Quiz

Wat is juist?
A
het polyester bakje
B
het polyestere bakje

Slide 16 - Quiz

Wat is juist?
A
de gezonge liederen
B
de gezongen liederen

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Wat is de juiste meervoudsvorm van
'groente'
A
groenten
B
groentes

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm van
'allergie'
A
allergiën
B
allergieën

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm van
'cowboy'
A
cowboy's
B
cowboys

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste meervoudsvorm van
'paraplu'
A
paraplu's
B
paraplus

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide