Domein 3, 3.3 en 3.4

Welkom bij 

Rekenen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij 

Rekenen

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 3 
Verhoudingen herkennen en gebruiken
3.1 Verhoudingen herkennen
3.2 Rekenen met verhoudingstabellen
3.3 In verhouding vergelijken
3.4 Samengestelde eenheden omrekenen
3.5 verhoudingen, breuken en eenheden
3.6 gemengde opdrachten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 3.3 en 3.4
- Je leert prijzen of hoeveelheden vergelijken met behulp van een verhoudingstabel.
- Je leert samengestelde eenheden omrekenen.

Slide 3 - Slide

Welke is het voordeligste?

Slide 4 - Slide

Vergelijking
Gewicht (gram)
630
1000
Prijs (€)
4,99
Gewicht (gram)
400
1000
Prijs (€)
3,35

Slide 5 - Slide

Vergelijking
Gewicht (gram)
630
1
1000
Prijs (€)
4,99
Gewicht (gram)
400
1
1000
Prijs (€)
3,35

Slide 6 - Slide

Vergelijking
Gewicht (gram)
630
1
1000
Prijs (€)
4,99
x
7,92
Gewicht (gram)
400
1
1000
Prijs (€)
3,35
x
8,38

Slide 7 - Slide

Welke is het voordeligste?

Slide 8 - Slide

Wat is voordeliger?
Pak chocomel 1 liter = €1,65
Pak chocomel 1,5 liter = €2,15
A
1 liter
B
1,5 liter

Slide 9 - Quiz

Wat is voordeliger?
12 stroopwafels voor €1,65
8 stroopwafels voor €1,00
A
12 stroopwafels
B
8 stroopwafels

Slide 10 - Quiz

Voorbeeld
Je rijdt 90 km/uur. Hoe lang doe je over 145 km afleggen?
90 km afleggen in één uur tijd (60 min.)!
tijd (min.)
afstand (km)

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
Je rijdt 90 km/uur. Hoe lang doe je over 145 km afleggen?
90 km afleggen in één uur tijd (60 min.)!
tijd (min.)
60
afstand (km)
90
145

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Je rijdt 90 km/uur. Hoe lang doe je over 145 km afleggen?
90 km afleggen in één uur tijd (60 min.)!
tijd (min.)
60
afstand (km)
90
1
145
: 90
: 90
x 145
x 145

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Je rijdt 90 km/uur. Hoe lang doe je over 145 km afleggen?
90 km afleggen in één uur tijd (60 min.)!
tijd (min.)
60
x
96,67
afstand (km)
90
1
145
: 90
: 90
x 145
x 145

Slide 14 - Slide

Lesdoelen 3.4
- Je leert samengestelde eenheden omrekenen.

Slide 15 - Slide

Voorbeeld

Slide 16 - Slide

Voorbeeld

Kim zet de loopband op 12 km/u. Wat is haar snelheid in m/s?
km
12
uur

Slide 17 - Slide

Voorbeeld

Kim zet de loopband op 12 km/u. Wat is haar snelheid in m/s?
meter
12.000
seconde
3600

Slide 18 - Slide

Voorbeeld

Kim zet de loopband op 12 km/u. Wat is haar snelheid in m/s?
meter
12.000
seconde
3600
1

Slide 19 - Slide

Voorbeeld

Kim zet de loopband op 12 km/u. Wat is haar snelheid in m/s?
meter
12.000
3,3
seconde
3600
1

Slide 20 - Slide

Voorbeeld

Slide 21 - Slide

Vragen????

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken
Wat
Paragraaf 3.3 en 3.4
Hoe
Zelfstandig met rekenmachine en -kaart
Hulp
Uitleg in boek
Tijd
Rest van lesuur
Klaar?
Help je buurman of -vrouw

Slide 23 - Slide