What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordsoorten H3A 6 januari
Woordsoorten
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordsoorten
Slide 1 - Slide
Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit
cola
drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord (ww)
Slide 2 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Ik ben niet blij met
zijn
antwoord.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord.
Slide 3 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Hij geeft het cadeau aan
haar.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord.
Slide 4 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Haar
haren zijn te lang.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord.
Slide 5 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Wie
is jouw beste vriend?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Vragend voornaamwoord.
Slide 6 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Waarom
ga je niet mee?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Vragend voornaamwoord.
C
Bijwoord
Slide 7 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Ik heb
deze
fiets gekocht
A
Lidwoord
B
Vragend voornaamwoord.
C
Bijwoord
D
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 8 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar
de
winkel.
A
Lidwoord (lw)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film
gekeken
.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Werkwoord (ww)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Slide 10 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar
huis
.
A
Werkwoord (ww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Lidwoord (lw)
Slide 11 - Quiz
Ik zoek de
betekenis
van het woord straks even op.
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijke naamwoord
D
Lidwoord
Slide 12 - Quiz
Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.
Slide 13 - Open question
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Een
het
de
denkt
spinnen
pauze
geheugen
toetje
toetsen
getekend
dans
Slide 14 - Drag question
Kies de juiste woordsoort.
De bakker heeft verschillende
broden
gebakken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Lidwoord (lw)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord (ww)
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Vanochtend heb ik
één
boterham gegeten.
A
Lidwoord
B
Geen lidwoord
Slide 16 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Ik heb gisteren drie hoofdstukken in mijn boek
gelezen
!
A
Werkwoord (ww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Lidwoord (lw)
D
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Slide 17 - Quiz
Ik heb hele goede cijfers
op
mijn rapport!
A
Lidwoord (lw)
B
Voorzetsel (vz)
C
Zelfstandig naamwoord (zn)
D
Werkwoord (ww)
Slide 18 - Quiz
Op zaterdag slaapt mijn broer altijd heel lang
uit
.
A
Wel een voorzetsel
B
Geen voorzetsel
Slide 19 - Quiz
In
zo'n
auto ga ik niet rijden.
A
voorzetsel
B
lidwoord
C
aanwijzend voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord
Slide 20 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Ik
heb
veel te veel gegeten.
A
Zelfstandig naamwoord(zn)
B
Werkwoord (ww)
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
Woordsoorten
April 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten
April 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten
September 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten
September 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten
October 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten
October 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten
August 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten
December 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1