Zwakke werkwoorden: eindigen in verleden tijd op -te(n) of -de(n)
Voltooid deelwoord: eindigt dan op -d of -t.
Wij hebben de mail beantwoord. (beantwoordde, je hoort d)
Mijn broer heeft de auto gestart. (startte, je hoort t)
Maak het langer of gebruik 't ex fokschaap