This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
- Take your seat
- Grab a pen
- Start with the starting exercise reading
- In silence
- Raise your hand if you have a question
timer
6:00
Slide 1 - Slide
- starting exercise
- kennisoverzicht
- grammar present simple / present continuous
- nakijken starting exercise
Slide 2 - Slide
Eindtoets: grammatica en leesvaardigheid
Grammatica:
Present simple vs. Present continuous
Past simple vs. Present perfect
Zinnen ontkennend maken in de hiervoor genoemde tijden
Zinnen vragend maken in de hiervoor genoemde tijden
Reading:
Ongeveer 5 teksten
Begrijpend lezen
Slide 3 - Slide
Kennisoverzicht
- Straks krijg je zowel een vol als een leeg kennisoverzicht
- De inhoud gaat over het laatste SE (grammatica en lezen)
- Gebruik deze kennisoverzichten goed bij het leren voor de toets
Slide 4 - Slide
- starting exercise
- kennisoverzicht
- grammar present simple / present continuous
- nakijken starting exercise
Slide 5 - Slide
Present simple
\
Gebruik je als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt, of als iets een feit is. Je gebruikt het ook om aan te geven dat iets volgens een rooster/schema gaat.
Signaalwoorden: never, ever, always, often, every day, every week etc.
Slide 6 - Slide
Hoe ziet ie eruit
- hele werkwoord zonder TO (I work, you work etcetera)
- Bij SHe/He/It komt er een - S achter (he works, she works etc)
- Als je de present simple vragend/ontkennend maakt, heb je een vorm van TO DO nodig: I don't know, does she live in Groningen?
Slide 7 - Slide
Uitzonderingen
ww eindigt op 's' of klinkt als 's' +es
….bv……..I watch, He/she watches
ww eindigt op y, met een medeklinker ervoor: +ies
….bv…… I cry, He/she cries
I try He/she tries
ww eindigt op een o, met een medeklinker ervoor +es
….bv…….I go He/she goes
Slide 8 - Slide
Present continuous
Gebruik je:
- om aan te geven dat iets NU aan de gang is
- om aan te geven dat iets nog gaat gebeuren (gepland)
- om een ergernis aan te geven
Slide 9 - Slide
Hoe ziet ie eruit?
- am/is are + ww + ing
- signaalwoorden: now, at the moment, look!, Listen!
- Voorbeeld: I am drinking coffee right now.
Listen! Someone is singing in the shower
Slide 10 - Slide
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 11 - Quiz
Present Simple or Continuous? Look! He ___ (leave) the house.
Slide 12 - Open question
Present Simple or Continuous? She usually ___ (walk) to school.
Slide 13 - Open question
Present Simple or Present Continuous? Ronald ___ (put) food in the oven right now.
Slide 14 - Open question
Present Simple or Present Continuous? My dad ___ (not work) in the office every day. (Geen afkorting gebruiken!)
Slide 15 - Open question
Present Simple or Present Continuous? My dad ___ (not solve) a crossword puzzle every day. (Geen afkorting gebruiken!)