4.1 versnellen en vertragen (vragen)

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Wat voor een beweging is dit?
constante snelheid
versnelde beweging
vertraagde beweging
eenparige beweging

Slide 2 - Poll


Wat voor een beweging is dit?
constante snelheid
versnelde beweging
vertraagde beweging
eenparige beweging

Slide 3 - Poll

Versnelling
Versnelling
Vertraging
Vertraging
Stilstaan
Stilstaan
Constante snelheid
Constante snelheid

Slide 4 - Drag question

Wat hoort bij wat?
snelheid
afstand
tijd
s
h
m/s
km/h
t
m
km
v

Slide 5 - Drag question

=
_______
verschil in tijd in s
versnelling in m/s^2
verschil in snelheid in m/s

Slide 6 - Drag question


A
0,4 m/s^2
B
2,5 m/s^2
C
6,25 m/s^2
D
40 m/s^2

Slide 7 - Quiz

Welke hoort bij welke?
36 km/h
20 m/s
126 km/h
5 m/s
18 km/h
10 m/s
72 km/h
35 m/s

Slide 8 - Drag question


A
270 m/s^2
B
3 m/s^2
C
10,8 m/s^2
D
0,09 m/s^2

Slide 9 - Quiz


Bereken de versnelling tussen 15 en 25 seconden.
-0,75 m/s^2
1,5 m/s^2
-1,5 m/s^2
0,75 m/s^2

Slide 10 - Poll


Bereken de afgelegde weg tussen 0 en 5 seconden.
75 m
37,5 m
15 m
20 m

Slide 11 - Poll


Slide 12 - Open question

Mark fietst met een contstante snelheid. Zijn voortstuwende kracht is 20 N. Hoe groot zijn de weerstandskrachten?
A
0 N
B
kleiner dan 20 N
C
30 N
D
20 N

Slide 13 - Quiz

Een trekker druppelt olie en laat een spoor achter.
Welke vt-diagram (snelheid-tijd-grafiek past bij het spoor?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Reken om... 30 m/s= ... km/h
A
8,3
B
30
C
108
D
300

Slide 15 - Quiz

Reken om... 500 km/h = ... m/s
A
139
B
500
C
1800
D
5000

Slide 16 - Quiz

Een hardloper versnelt van 1,5 m/s naar 2,3 m/s in 4 seconden. Bereken de versnelling.
A
0,2
B
0,4
C
0,6
D
3,2

Slide 17 - Quiz

Een drone met een versnelling van 3 m/s2 heeft voor 3,7 seconden versnelt. Als zijn beginsnelheid 4 m/s was, wat is dan zijn eindsnelheid?
A
7,1
B
8,3
C
11,1
D
15,1

Slide 18 - Quiz

De eenheid van versnelling is...
A
N
B
m/s
C
a
D
m/s²

Slide 19 - Quiz

Constante snelheid
Stilstaan
Constante versnelling
Afnemende versnelling

Slide 20 - Drag question

s
v
t
a
tijd
snelheid
afstand
versnelling

Slide 21 - Drag question

Versnelling
Versnelling
Vertraging
Vertraging
Stilstaan
Stilstaan
Constante snelheid
Constante snelheid

Slide 22 - Drag question

Wat is de versnelling hier?
A
500 m/s^2
B
0,5 m/s^2
C
5,0 m/s^2
D
Kan je hier niet uit halen

Slide 23 - Quiz

Wat is de versnelling in het diagram?
A
2,7 m/s^2
B
-2,7 m/s^2
C
0 m/s^2
D
Kan niet

Slide 24 - Quiz