2021 Vakdidactiek 2 les 3 hoofdstuk 3 receptieve vaardigheden

Vakdidactiek 2 Lesson 3
Luisteren en lezen, hoe werkt dat?


1 / 25
next
Slide 1: Slide
OnderwijswetenschappenWOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vakdidactiek 2 Lesson 3
Luisteren en lezen, hoe werkt dat?


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Na deze les kun je:
  • uitleggen wat het belang is van een conceptueel kader bij de vaardigheden lezen en luisteren
  • de begrippen weergeven, samenvatten en interpreteren uitleggen, herkennen en toepassen
  •   het doel van een lees- of luisteropdracht benoemen 
  • drie verschillen noemen tussen lezen en luisteren 
  • de moeilijkheidsgraad van een lees-luisteropdracht beïnvloeden m.b.v. oefenparameters. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Test je kennis over hfd. 3
De volgende vragen gaan over hoofdstuk 3.
Bij onduidelijkheid, opnieuw lezen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Je ziet een bord met het woord
"bladdepot" erop maar begrijpt het niet.
Welke informatie ontbreekt?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Je ziet een bord met het woord
"bladdepot" erop maar begrijpt het
niet.
Welke informatie ontbreekt?
A
De talige context
B
De situatieve context
C
De interpretatie
D
punctuatie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De situatieve context
 De omgeving maakt duidelijk wat een woord betekent.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Je leest een artikel in de krant. Welke verwerkingsproces wordt hier toegepast?
A
Top-down
B
Bottom-up
C
Top-down en bottom-up
D
geen verwerkingsproces

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het verwerkingsproces
Als je een artikel leest, werkt het verwerkingsproces van klein naar groot (bottom-up) samen met het betekeniszoekende proces van bovenaf (top-down)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Als je de hoofdgedachte van een tekst moet aangeven, ben je bezig met:
A
weergeven
B
samenvatten
C
interpreteren
D
A, B en C

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Je wil een nieuwe telefoon kopen en je leest daarom een folder van een winkel. Met welke soort lezen ben je bezig?
A
structurerend
B
selectief

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke oefenparameter zou je kunnen toepassen om een luister tekst makkelijker te maken?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Oefenparameter 1: lees-of luistertempo
Je kunt de luistertekst herhalen of op pauze zetten.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Duidelijk?
Als je de begrippen nog niet goed genoeg kent, lees hoofdstuk 3 opnieuw. 

Wij beginnen nu met de verdiepingsopdrachten.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Conceptueel Kader
Bestaat uit:
  • Jouw kennis van de wereld
  • Jouw kennis van de situatieve context waarin je je bevindt
  • Jouw kennis van wat er net al gezegd is. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het verwerkingsproces
Audio fragment blz 58
kennis van de wereld + situatieve context + talige context
betekenis
tekst
zin 
woord
klank of letter

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een leerling in jouw klas is al snel klaar met lezen maar kan vragen over de tekst niet beantwoorden. Is dit een een voorbeeld van top-down of bottom-up lezen?
A
Top-down
B
Bottom-up

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De leerling leest top-down.
Welke advies zou je de leerling geven om de tekst beter te begrijpen?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Weergeven, samenvatten, interpreteren


Slide 18 - Slide

Bestudeer het tabel op bl. 63.
Bij de receptieve vaardigheden is het belangrijk om de leerling te laten weten wat van ze verwacht wordt. 
Je kunt vragen om ze een lees of luistertekst te weergeven, samenvatten of interpreteren. 

Weergeven = opnieuw in woorden zeggen
Samenvatten = de hoofdzaken / bijzaken onderscheiden

Interpreteren+ een betekenis geven aan de woordenstroom
Jouw VMBO klas moeten twee brieven vergelijken en aangeven welke formeel is en welke informeel. Zijn de leerlingen bezig met weergeven, samenvatten of interpreteren? Leg uit.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Verschillen luisteren en lezen 
  • Luisteren is een liniair proces
  • Het schrifbeeld is overzichtelijker
  • Luisteren gaat in een tempo dat door de spreker bepaald wordt

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is moeilijker om te onderwijzen, Lezen of luisteren? Noem 3 redenen.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht Oefenparameters
Kies een lees- of luistertekst uit de leergang waar je mee werkt. (NB: voor een luistertekst is audio of een transcript nodig)
en pas de parameters aan. (Zie werkblad)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Nog vragen?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Volgende Week 
Hfst. 8 Leesvaardigheid

Slide 25 - Slide

This item has no instructions