Herhaling Administratie 1

Welkom!
telefoon in de kluis!?
Herhaling Administratie 1
Open alvast Lessonup.app 
           
            de code staat hieronder
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
telefoon in de kluis!?
Herhaling Administratie 1
Open alvast Lessonup.app 
           
            de code staat hieronder

Slide 1 - Slide

Volgende week woensdag Toets
over administratie

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen:
Aan de hand van de volgende vragen gaan we de lesstof herhalen. Zo kun je zien welke onderdelen je beheerst en welke je nog extra aandacht moet geven.

Slide 3 - Slide

Wat betekent het volgende woord:

Administratie
A
Het netjes bijhouden en verzamelen van gegevens.
B
Het niet netjes bijhouden en verzamelen van gegevens.

Slide 4 - Quiz

Formulieren die je bijna nooit gebruikt, zoals contracten met leveranciers of vergunning van de gemeente bewaar je in het .....
A
Dynamisch archief
B
Statisch archief

Slide 5 - Quiz

Wat hoort bij een dynamisch archief?
A
Formulieren die je nodig hebt
B
Formulieren die je regelmatig nodig hebt.
C
Een aantal formulieren.
D
Formulieren die je niet nodig hebt.

Slide 6 - Quiz

Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
de btw
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 7 - Quiz

Wat is een andere naam voor de prijs inclusief btw?
A
Inkoopprijs
B
Consumentenprijs
C
Nettoverkoopprijs
D
Btw-prijs

Slide 8 - Quiz

De nettoinkoopprijs is € 100. De BTW is 9%. De winstopslag is 10%. Bereken de consumentenprijs.
A
€ 98,10
B
€ 110
C
€ 43,80
D
€ 119,90

Slide 9 - Quiz

De nettoinkoopprijs van een product is € 500. De winstopslag is 70%. De BTW is 21%. Bereken de consumentenprijs.
A
€ 350
B
€ 605
C
€ 1028,50
D
€ 850

Slide 10 - Quiz

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
'Prijs die de klant betaalt voor een product'
A
Consumentenprijs
B
Kostprijs
C
Netto verkoopprijs
D
Winstopslag

Slide 11 - Quiz

De nettoinkoopprijs van een product is € 175. De BTW is 21 %. De winstopslag is 10%. Bereken de consumentenprijs.
A
€ 211,75
B
€ 192,50
C
€ 43,80
D
€ 232,93

Slide 12 - Quiz

De nettoinkoopprijs van een product is € 7,50 De De winstopslag is 17%. De BTW is 9% .Bereken de consumentenprijs.
A
€ 6,75
B
€ 9,56
C
€ 8,18
D
€ 8,78

Slide 13 - Quiz

Yoshua koop een nieuwe scooter voor € 2460. Dit is de verkoopprijs excl btw. Hoeveel is de consumentenprijs
A
€ 2607,60
B
€ 2976,60
C
€ 2320,75
D
€ 2033,06

Slide 14 - Quiz

Bereken
de kostprijs:

Slide 15 - Open question

Hoeveel is de Nettowinst per artikel?
A
€ 2,97
B
€ 2,36
C
€ 1,44
D
€ 3,37

Slide 16 - Quiz

Bereken het nettowinst % per artikel

Slide 17 - Open question


Slide 18 - Open question

kosten die rechtstreeks aan een product/afdeling toegewezen kunnen
worden:

A
directe kosten
B
indirecte kosten

Slide 19 - Quiz

Directe kosten
indirecte kosten
Inkoopprijzen

Afschrijvingskosten (weegschaal groenteafdeling)

Huurkosten

Elektriciteitskosten

grondstofkosten


Slide 20 - Drag question

Kosten die niet afhankelijk zijn van de hoeveelheid producten die worden gemaakt
A
Constante kosten
B
Variabele kosten

Slide 21 - Quiz

Waar vallen de kosten onder?
Versleep ze naar het juiste hokje.
Constante kosten
Variabele kosten
Huisvestingskosten


Grondstofkosten

Afschrijvingskosten
Loonkosten tijdelijk personeel
Loonkosten vast personeel

Slide 22 - Drag question

Wat is de break-even-omzet?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

De waarde van een Bestelbus is € 25.000( excl. Btw).
De verwachte technische levensduur is 8 jaar
De verwachte economische levens duur is 5 jaar
De restwaarde wordt geschat op € 5.000
Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten:

Slide 25 - Open question

Hoe hebben we gewerkt?

Slide 26 - Slide