Week 40 Tekstverbanden en signaalwoorden

Meer dan lezen

Cursus 1 - § 4  Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Meer dan lezen

Cursus 1 - § 4  Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Slide

Deze les:
Herhalen leerstof
Leerdoelen: 

- Je leert wat tekstverbanden zijn.
- Je leert tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden. 

Slide 2 - Slide

Doelen deze week
Leerdoelen: 

- Je leert wat tekstverbanden zijn.
- Je leert tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden. 

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden
In teksten staan vaak woorden als: 
later, terwijl, ten eerste, ook, maar, toch (signaalwoorden). 
Ze geven aan op welke manier woorden, zinnen en alinea’s in een tekst met elkaar te maken hebben. Zo’n samenhang heet het tekstverband

Slide 4 - Slide

Tekstverbanden
MAVO
1      tegenstellend 
2     chronologisch 
3     opsommend 
4      toelichtend


Slide 5 - Slide

Tegenstellend tekstverband
Signaalwoorden: tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant … aan de andere kant. 

Voorbeeld:  
Walrussen leven rond de Noordpool, maar kort geleden werd er een exemplaar op een zandplaat in de Waddenzee gespot.

Slide 6 - Slide

Chronologisch tekstverband 
Signaalwoorden: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, uiteindelijk, nadat, terwijl, dadelijk, intussen. 

Voorbeeld:
Roomijs maak je zo: breng eerst volle melk aan de kook. Klop er daarna eidooiers en suiker doorheen. Laat vervolgens het mengsel afkoelen 

Slide 7 - Slide

opsommend tekstverband
Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), en, daarnaast, verder, ten slotte. 

Voorbeeld: 
Even koud douchen heeft voordelen. Ten eerste verbetert het je afweersysteem. Het zorgt daarnaast voor een goede bloedsomloop. En ten slotte werkt het stressverlagend.

Slide 8 - Slide

Toelichtend tekstverband
Signaalwoorden: 
bijvoorbeeld, zo, op deze manier, als, zoals, denk aan, neem nou, neem bijvoorbeeld

Voorbeeld:
Er zijn verschillende vakmensen bij het maken van een game betrokken, zoals tekenaars, programmeurs en geluidstechnici.

Slide 9 - Slide

Terugblik

Dit leerdoel bereik je door de signaalwoorden en de bijbehorende tekstverbanden uit je hoofd te leren.

Dit helpt jou om de tekst beter te begrijpen.

Slide 10 - Slide

Opdrachten

Vóór dinsdag 10 oktober maken:
MAVO opdrachten paragraaf 4 leerroute B


Slide 11 - Slide