Prinsjesdag

Prinsjesdag
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Prinsjesdag

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Let op!
Wanneer is het Prinsjesdag?
Nieuws van de week video quiz
Tip
Noteer de kernvragen, zoals:
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Welk(e)?
Waarom?
Hoe?

Slide 3 - Slide

Door deze slide kort te bespreken geef je gerichte kijk- en luisteropdrachten mee.

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wanneer is prinsjesdag?
A
Tweede dinsdag van september
B
Derde woensdag van september
C
Derde dinsdag van september
D
Tweede woensdag van september

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is prinsjesdag?
A
Tweede dinsdag van september
B
Derde woensdag van september
C
Derde dinsdag van september
D
Tweede woensdag van september

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Let op!
In welk gebouw zijn ze op Prinsjesdag?
Hoe gaan ze er naartoe?
Nieuws van de week video quiz
Tip
Noteer de kernvragen, zoals:
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Welk(e)?
Waarom?
Hoe?

Slide 7 - Slide

Door deze slide kort te bespreken geef je gerichte kijk- en luisteropdrachten mee.

Slide 8 - Video

This item has no instructions

In welk gebouw wordt de troonrede voorgelezen?
A
in het huis van de koning
B
in de ridderzaal
C
in een kasteel
D
buiten op een plein

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe gaan de koning en koningin naar de ridderzaal?
A
met de auto
B
op een paard
C
met een vliegtuig
D
met een koets

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Let op!
Wat zijn de Staten Generaal?
Nieuws van de week video quiz
Tip
Noteer de kernvragen, zoals:
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Welk(e)?
Waarom?
Hoe?

Slide 11 - Slide

Door deze slide kort te bespreken geef je gerichte kijk- en luisteropdrachten mee.

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Wat zijn de Staten Generaal?
A
De koning en de koningin.
B
De ministers.
C
De Eerste en de Tweede Kamer.
D
De slaapkamer en de badkamer.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Let op!
Wat doet de koning op Prinsjesdag?
Waarover vertelt hij?
Nieuws van de week video quiz
Tip
Noteer de kernvragen, zoals:
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Welk(e)?
Waarom?
Hoe?

Slide 14 - Slide

Door deze slide kort te bespreken geef je gerichte kijk- en luisteropdrachten mee.

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Wat doet de koning op Prinsjesdag?
A
Hij doet een kroon op zijn hoofd
B
Hij leest de troonrede voor.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waarover vertelt de koning?
A
Hij praat over koetjes en kalfjes.
B
Hij praat over zijn plannen voor de vakantie.
C
Hij praat over de plannen voor Nederland

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Let op!
Van wie is het koffertje?
Wanneer gaat de minister met het koffertje naar de 2e kamer?
Nieuws van de week video quiz
Tip
Noteer de kernvragen, zoals:
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Welk(e)?
Waarom?
Hoe?

Slide 18 - Slide

Door deze slide kort te bespreken geef je gerichte kijk- en luisteropdrachten mee.

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Van wie is het koffertje?
A
Van de koningin.
B
Van de minister van Financiën
C
Van de minister president.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer gaat de minister met het koffertje naar de 2e kamer?
A
Voor de troonrede.
B
Tijdens de troonrede.
C
Na de troonrede

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Let op!
Wat zit er in het koffertje?
Wat staat er in de miljoenennota?
Nieuws van de week video quiz
Tip
Noteer de kernvragen, zoals:
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Welk(e)?
Waarom?
Hoe?

Slide 22 - Slide

Door deze slide kort te bespreken geef je gerichte kijk- en luisteropdrachten mee.

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Wat zit er in het koffertje?
A
De kleding van de koning.
B
De rijksbegroting.
C
De miljoenennota.
D
Heel veel rekeningen.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat staat er in de miljoenennota?
A
Dat er meer scholen moeten komen.
B
Hoeveel geld de regering gaat uitgeven.
C
Dat het niet veilig is in Nederland.
D
Dat het gas veel te duur is.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Let op!
Wanneer zijn de algemene beschouwingen?
Wanneer zijn de algemene financiële beschouwingen?
Wie praat er tijdens deze bijeenkomst?
Nieuws van de week video quiz
Tip
Noteer de kernvragen, zoals:
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Welk(e)?
Waarom?
Hoe?

Slide 26 - Slide

Door deze slide kort te bespreken geef je gerichte kijk- en luisteropdrachten mee.

Slide 27 - Video

This item has no instructions

De algemene beschouwingen zijn:
A
Vlak vóór prinsjesdag.
B
Vlak na prinsjesdag.
C
Op koningsdag.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wie is de spreker?
A
Willem-Alexander
B
Maxima
C
Mark Rutte

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke lidwoorden ken je
noem er 3

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Noem 5 woorden met DE over Prinsjesdag

Slide 31 - Mind map

This item has no instructions

Noem 5 woorden met HET over Prinsjesdag

Slide 32 - Mind map

This item has no instructions