Paragraaf 5 Bankieren

Programma
Huiswerk maken paragraaf 2.5 en de rekentrainer
Uitleg en maken paragraaf 2.5

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programma
Huiswerk maken paragraaf 2.5 en de rekentrainer
Uitleg en maken paragraaf 2.5

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe je bankzaken moet regelen

Slide 2 - Slide

Als er geld op je rekening staat,

 noemen we dat

een positief saldo of een creditsaldo


Als je een tekort hebt,

 noemen we dat

een negatief saldo of een debetsaldo.

Slide 3 - Slide

Internetbankieren
  • opdrachten geven voor het overschrijven van geld
  • opgeven wanneer er betaald moet worden
  • op elk moment het saldo van je bankrekening bekijken

Slide 4 - Slide

bankrekening
Saldo                     * Creditsaldo :(in de plus)
                                 * Debetsaldo (in de min)

Roos heeft een creditsaldo van € 52. Ze krijgt € 80 kleedgeld binnen. Haar werkgever heeft haar maandloon overgemaakt a € 125. Ze heeft kleding geshopt voor € 72 en verschillende kleine transacties in de supermarkten waren samen € 22,50. Ze heeft tweedehands een piano gekocht voor € 300. Wat is haar nieuwe saldo? 

Slide 5 - Slide

Roos heeft een creditsaldo van € 52. Ze krijgt € 80 kleedgeld binnen. Haar werkgever heeft haar maandloon overgemaakt a € 125. Ze heeft kleding geshopt voor € 72 en verschillende kleine transacties in de supermarkten waren samen € 22,50. Ze heeft tweedehands een piano gekocht voor € 300. Wat is haar nieuwe saldo? 

Antwoord: €52,- + €80,- + €125,-=€257,-
€257,- - €72,- - €22,50 - €300,-= -€137,50 debetsaldo

Slide 6 - Slide

Saldo
Saldo is het geld dat ik op mijn rekening heb staan.

  € 45,00 = creditsaldo/ in de plus     (ik ontvang creditrente)
-€ 45,00 = debetsaldo/ in de min       (ik betaal debetrente)





Slide 7 - Slide

Internetbankieren veilig?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe je bankzaken moet regelen

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Maken paragraaf 2.5 blz. 50 t/m 52 en rekentrainer 2.5 blz. 56

Slide 11 - Slide