This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 150 min
Items in this lesson
Nieuwe week & nieuwe taak
Slide 1 - Slide
Opzet week 26 - 22 t/m 26 juni
Opdrachten thuis:
Feedback geven en ontvangen
Woordenschat opdrachten
Betoog afronden
Wat doen we in de klassikale les:
Starten met week 26
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Deze week oefen je:
met concreet feedback geven.
met het uitbreiden van jouw woordenschat.
Slide 3 - Slide
Planning
Maak aan het begin van de dag altijd een dagplanning, zodat je weet waaraan je gaat werken.
Bekijk de opdrachten en bepaal de maximale tijd per opdracht. Zet vervolgens een timer.
Je mag niet vaker dan 3 x 45 minuten werken aan Nederlands.
Slide 4 - Slide
Woordenschat
De woorden van de week:
Lees de zinnen en noteer van de onderstreepte woorden de betekenis. Gebruik hiervoor de woordraadstrategieën. Daarnaast mag je het woordenboek gebruik.
Kies vervolgens minimaal acht woorden en schrijf daarmee een verhaal.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Schrijf een kort verhaaltje met minimaal acht van de genoteerde begrippen. Voor jouw verhaal kies je één van de onderstaande ideeën of beginzinnen.
Schrijf een verhaal dat begint met: ‘Na vier jaar kwam hij eindelijk uit het keukenkastje.’
Schrijf een verhaal waarin je hoofdpersoon jaloers is op iedereen die hij tegenkomt.
Schrijf een verhaal dat begint met: ‘Niemand had het zien aankomen.’
Beschrijf wat er gebeurt als de aarde zou stoppen met draaien.
Als je één minuut gratis mocht winkelen in een winkel naar keuze, wat zou je dan meenemen? Beschrijf hoe je te werk zou gaan.
Slide 9 - Slide
Feedback
Slide 10 - Slide
Feedbackformulier
Wees kritisch, maar formuleer de feedback positief.
Niet: Jouw argumenten slaan nergens op.
Wel: Kijk nog eens goed naar jouw argumenten en probeer deze beter toe te lichten en te onderbouwen.
Geef een klasgenoot mogelijke tips.
Bijvoorbeeld: Je geeft netjes aan dat vuurwerk slecht is voor het milieu. Ik mis alleen een uitleg waarom het slecht is voor het milieu.
Bijvoorbeeld: Het is voor mij niet duidelijk wat je bedoelt met racisme. Geef hiervan een voorbeeld.
Gebruik de theorie en uitleg bij het geven van de feedback.
Slide 11 - Slide
Feedbackformulier
Deze week rond jij jouw betoog af. Daarbij moet je leren dat je kritisch kijkt naar jouw betoog.
Op de ELO vind je een feedbackformulier-betoog. Je geeft feedback aan twee klasgenoten.
Je ontvangt ook van twee klasgenoten feedback. Kijk hier kritisch naar en pas eventueel jouw betoog nog aan.
De feedback vormt een onderdeel van de beoordeling.
Slide 12 - Slide
Beoordelen betoog
Structuur
Titel
Inleiding: pakkende opening, onderwerp introduceren en stelling formuleren
Middenstuk: voorargumenten aanwezig
slot: stelling, argumenten en goede afsluiting
Signaalwoorden
Inhoud
Standpunt/stelling is correct
Argumenten: verschillend en inhoudelijke goed onderbouwd
De tekst is geschreven in eigen woorden.
Het aantal woorden: minimaal 325/350, maximaal 450
Taalverzorging
Spelling en formulering
Feedback
De ontvangen en gegeven feedback
Slide 13 - Slide
Eigen woorden
In eigen woorden betekent niet:
stukken tekst uit een bron kopiëren en plakken.
een volledige tekst of volledige alinea van internet gebruiken en daarvan de zinnen in een andere volgorde zetten.
Het aantal woorden
Kijk kritisch naar het aantal woorden. Wanneer je heel erg beknopt schrijft, is het mogelijk dat jouw argumentatie niet goed is onderbouwd. Gebruik je te veel woorden dan geef je waarschijnlijk ook informatie die niet belangrijk is.
Slide 14 - Slide
Aan de slag
De volgende onderdelen lever je uiterlijk 26 juni in via de ELO:
Jouw betoog
De feedback die jij hebt gegeven aan klasgenoten.
De feedback die jij hebt ontvangen van klasgenoten.