a. Is de volgende stelling juist of onjuist? ‘De nieuwste woonwijken van een stad vind je vaak aan de rand van een stad.’
Juist
b. Leg je antwoord uit.
Aan de randen van de stad is ruimte om te bouwen, dus daar komen nieuwe wijken.
c. Waarom vind je de oude woonwijken van een stad vaak dicht bij het historische centrum?
Omdat daar vroeger het werk was te vinden toen mensen naar de stad verhuisden.
d. Een treinstation ligt vaak niet midden in de historische binnenstad. Leg uit waarom een treinstation niet in de historische binnenstad te vinden is.
Omdat de trein later kwam dan de oudste gebouwen in de stad, en daarom moest het station aan de rand in plaats van midden in de stad.