Je gebruikt letters:
1. Voor hele getallen van één tot en met twintig: drie, vijftien.
2. voor de honderdtallen tot duizend: vierhonderd, zeshonderd
3. Voor de duizendtallen tot tienduizend: vijfduizend, duizend
4. Voor: honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen.
5. Voor de rangtelwoorden van alles hierboven genoemd: vijfduizendste, vijftiende