Management hoofdstuk 3 Communiceren

Hoofdstuk 3 
M.Pots
1 / 29
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 
M.Pots

Slide 1 - Slide

Communiceren en samenwerken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vraag
Noem een voorbeeld van interne  en externe communicatie 
in een winkel

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Conflictaanjagers

Slide 8 - Slide

Conflictremmer

Slide 9 - Slide

Wat is een conflict aanjager?
A
Iets wat het conflict verergert
B
Iets wat je tijdens een conflict na-jaagt
C
Iets wat een conflict oplost
D
Een management techniek

Slide 10 - Quiz

Thomas-Kilman-model

Slide 11 - Slide

Thomas Kilmann
Een goede gesprekspartner, aardig, maar behaalt geen doelen.
A
Compromis sluiten
B
Vermijden
C
Samenwerken
D
Toegeven

Slide 12 - Quiz

Welke Stijl past vanuit je persoon het best bij jou?

Slide 13 - Open question

Jan en piet hebben ruzie.
Jij probeert te bemiddelen. In het gesprek zegt Jan tegen Piet: 'jij luistert nooit naar mij!"
Deze uitspraak is een conflict...
A
Remmer
B
Aanjager
C
Starter
D
beëindigen

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
Maken de verwerkingsopgaven  3.1 t/m 3.3

Slide 15 - Slide

Even herhalen
Teken een volledig communicatieschema

Slide 16 - Slide

Wat is geen voorbeeld van interne communicatie?
A
Werkoverleg
B
Intranet
C
Mail naar klanten
D
Een personeelsblad

Slide 17 - Quiz

Wat is externe communicatie?
A
Alle communicatie vanuit een bedrijf naar buiten
B
Alle communicatie binnen de kantoormuren
C
De post die je ontvangt van klanten
D
Een gesprek met de baas in de kantine

Slide 18 - Quiz

Welke van onderstaande gesprekstechnieken is het minst directief
A
Problemsolving
B
Tell and sell
C
Tell and Listen

Slide 19 - Quiz

Als je nog niet weet welke kant een gesprek uit gaat, welke gesprekstechniek gebruik je dan?
A
Directief
B
Non-directief
C
Tell and sell
D
Tell and listen

Slide 20 - Quiz

Noem een voorbeeld van een conflictaanjager.

Slide 21 - Open question

Thomas Kilmann
Assertief en bekommert zich niet om samenwerking of welbevinden
A
Compromis sluiten
B
Vermijden
C
Samenwerken
D
Forceren

Slide 22 - Quiz

3.4 Werkoverleg

Formeel = ?



Informeel = ?


Slide 23 - Slide

3.4 Werkoverleg

Formeel = 

gepland, volgens vaste regels, regelmatig, agendapunten, afspraken worden vastgelegd. 


Informeel = 

komt toevallig ter sprake, in de wandelgang, ook belangrijk om snel iets te regelen of iets in gang te zetten.

Slide 24 - Slide

Tijdens het werkoverleg heb je als doel er achter te komen hoe het personeel ergens over denkt. Met welk doel houdt je dan het werkoverleg?
A
Informatief
B
Instruerend
C
Oriënterend
D
Besluitvormend

Slide 25 - Quiz

Wat het doel van een werkoverleg?
A
Medewerkers informeren
B
Instructie geven
C
Problemen oplossen
D
Alle antwoorden

Slide 26 - Quiz

Medezeggenschap
Het recht op inspraak van medewerkers .
Gericht op arbeidsomstandigheden, arbeidsrelatie en de organisatie. (MR)

Slide 27 - Slide

Andere vormen medezeggenschap
Personeelsvertegenwoordiging (minder dan 50 en geen OR)
Personeelsvergadering  (minder dan 50 en geen OR en PVT)

Slide 28 - Slide

Aan de slag!
Maken de verwerkingsopgaven  3.4 t/m 3.7

Slide 29 - Slide