Energiesystemen benzine
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vraag 1: Wie heeft de verbrandingsmotor uitgevonden?
A
Rudolf diesel
B
Nikolaus Otto
C
Carl Benz
D
Frans Janssen
Slide 2 - Quiz
Vraag 2: Wat is het verschil tussen Euro 95 of E10 benzine?
A
E 10 bevat tussen de 7,5 en 10 % bio-ethanol Euro 95 niet.
B
E 10 heeft meer uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.
C
Euro 95 heeft geen uitstoot E 10 wel.
Slide 3 - Quiz
Vraag 3: Waar staan de termen arm en rijk voor als het gaat over het lambda getal
A
Heeft te maken met de hoeveelheid benzine in het uitlaatgas
B
De geeft aan hoeveel zuurstof er aanwezig is in het uitlaatgas
C
hoe rijker het mengsel hoe beter de verbranding was
D
Als het mengsel arm was betekent dat een zuurstofgebrek
Slide 4 - Quiz
Vraag 4: Afgebeeld op het scherm staat een...
A
Direct ingespoten benzine systeem
B
indirect ingespoten benzine systeem
Slide 5 - Quiz
Vraag 5: Dit is te herkennen aan?
Slide 6 - Open question
Vraag 6: Een hogedrukpomp zit gemonteerd op?
A
Krukas
B
Nokkenas
C
Vliegwiel
D
gasklep
Slide 7 - Quiz
Vraag 7: Waar zit een brandstoftank gemonteerd?
A
Kort bij de radiateur
B
Achterin de auto
C
Bij de motor
D
Onder de auto
Slide 8 - Quiz
Vraag 8: Waarvoor dient het onderdeel op het bord?
A
Ontluchten en beluchten van de tank
B
ontluchten van de tank
C
beluchten van de tank
Slide 9 - Quiz
Vraag 9: Waarom zit er een vlotter in de brandstoftank?
A
Om het juiste brandstofniveau te bepalen
B
Om de kwaliteit van de brandstof te bepalen
C
Om vooraf de uitstoot te bepalen
D
Anders kan de bestuurder niet tanken
Slide 10 - Quiz
Vraag 10: Hoe wordt een benzine injector geschakeld?
A
Door de ECU en is massa geschakeld
B
Door de ECU en is plots geschakeld
C
Door de accu
D
Via de gasklep
Slide 11 - Quiz
Vraag 11: Wat is het doel van de brandstoffilter?
A
Druk constant houden
B
Brandstof filteren
C
Overdruk creëren
Slide 12 - Quiz
Hoe werkt het onderdeel dat afgebeeld staat op het bord?
Slide 13 - Open question
Wat voor soort inspuiting wordt nu nog het meest gebruikt?
A
Continu inspuiting
B
Simultane inspuiting
C
Sequentiële inspuiting
D
combinatie van deze drie
Slide 14 - Quiz
Wat kan je zeggen over bougie code?
A
Deze zijn allemaal hetzelfde
B
Deze zijn per automerk verschillend
C
Deze zijn er type auto verschillend
D
elke bougie fabrikant gebruikt zijn eigen code’s.
