§5.1 Boeren en stedelingen - Gilden en geld

§5.1 Boeren en stedelingen
Gilden en geld
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§5.1 Boeren en stedelingen
Gilden en geld

Slide 1 - Slide

Herinnering
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Wat gilden zijn
  • Hoe banken ontstonden
  • Wat de Hanze is

Slide 3 - Slide

Voordat je begint
Lees eerst §5.1 vanaf 'Ambachtsgilden'

Slide 4 - Slide

Zet de gebeurtenissen voor verstedelijking op de juiste plek in de schakels. De eerste is al ingevuld.
1
2
3
4
6
5
Horigheid verdwijnt en boeren worden vrij
Er komt meer land en betere technieken voor de landbouw
Boeren produceren meer voedsel dan ze zelf nodig hebben
Boeren en handelaren verkopen voedsel op de markt
Niet iedereen moet boer zijn, dus er komen ambachtslieden
Ambachtslieden en handelaren gaan bij de markt wonen

Slide 5 - Drag question

Filmpje
Korte herhaling filmpje vorige les

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Gilden
Er kwamen erg veel ambachtslieden in sommige steden
Zij besloten te gaan samenwerken in verenigingen
Zo'n vereniging noemden ze een gilde
Ieder ambacht had zijn eigen gilde (vereniging)

Slide 8 - Slide

Een belangrijk gilde was het schuttersgilde. Wat deed deze gilde?

Slide 9 - Open question

Verplicht lidmaatschap
Als je een ambacht wilde doen moest je lid zijn van het gilde
Het gilde bepaalde ook de prijzen en kwaliteit van producten
Als je je hier niet aan hield werd je uit de gilde gezet en mocht je niks meer verkopen in de stad!

Slide 10 - Slide

Voordelen
Als lid van een gilde mocht je dus je ambacht uitvoeren
Maar het gilde zorgde ook voor bejaarde en zieke leden
Als een lid overleed, betaalde het gilde de begrafenis
Maar ze gaven ook veel feesten en andere steun

Slide 11 - Slide

Lid worden
Als je lid wilde worden moest je in de leer bij een meester
Als leerling leerde je de basis
Daarna kon je als gezel voor de meester gaan werken
Om zelf meester te worden moest je een meesterproef doen
Hiermee laat je al je kennen en kunnen zien. Dit waren altijd enorm lastige projecten waar je veel ervaring en kennis voor nodig had.

Slide 12 - Slide

Filmpje
De gilden
(Nogal flauw, wel goede informatie)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Leg uit wat een meesterproef is

Slide 15 - Open question

Geld
In de steden was er steeds meer handel
Hierdoor gingen mensen meer geld gebruiken
Maar er waren verschillende soorten munten
Maar niet elke munt was evenveel waard
Iedere koning, hertog, graaf of zelfs stad maakte zijn eigen munten

Slide 16 - Slide

Filmpje
Geld en geldwisselaars

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video

Bankiers
Geldwisselaars bepaalden wat munten waard waren
Dit deden ze door de munten te wegen
Ze deden het op een toonbank en werden bankiers genoemd
Ze openden banken in verschillende steden

Slide 19 - Slide

Banken
Reizen tussen steden was in de middeleeuwen gevaarlijk
Een handelaar kon zijn munten aan een bankier geven
Deze gaf een bewijs waarmee de munten bij een bank in een andere stad weer opgehaald kan worden

Slide 20 - Slide

Filmpje
Ontstaan van banken
(in dit voorbeeld de smid, maar werkt hetzelfde voor de geldwisselaars)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Hanze
Ook handelaren gingen met elkaar samenwerken
De belangrijkste samenwerking was de Hanze
Deze samenwerking had 3 voordelen:
Er kon meer gekocht en verkocht worden
1
Samen reizen is veiliger
2
Ze stonden sterker tegenover machtige edelen (ze mochten meer)
3
Samenwerking van handelaren uit verschillende steden rond de Noordzee en Oostzee

Slide 23 - Slide

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 24 - Slide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Opdracht 5 t/m 8 en 10

Slide 25 - Slide