Herhalingsles 1 (H4)

1 / 38
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten
05 min
Informatie toetsweek
05 min
Uitleg + oefenen leerdoel 1
15 min
Oefenopdrachten gem. snelheid
15 min
Bespreken opdrachten
10 min
Uitleg + oefenen leerdoel 2 t/m 5
15 min
Lesafsluiting
5 min

Slide 2 - Slide

Informatie toetsweek
  • Maandag 22 januari 10:00 - 11:00 uur
  • 60 minuten de tijd
  • Telt 3x mee

  • Stof: H4 + H7  (niet alles, voor leerdoelen zie PTO!)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen van vandaag:
Paragraaf:
Leerdoel:
4.2
Gemiddelde snelheid berekenen
4.2
m/s naar km/h en andersom
4.3
Tabel + grafiek opstellen
4.4
3 soorten beweging herkennen
4.4
soorten beweging herkennen aan een afstand, tijd-diagram 

Slide 5 - Slide

4.4 Gemiddelde snelheid berekenen
  • Gemiddelde snelheid  
     
  • Gemiddelde snelheid is de afstand gedeeld door de   tijd  
     

Slide 6 - Slide

Wat waren ook alweer de 5 stappen van het 5 stappenplan?

Slide 7 - Open question

Meneer Catijn fiets naar school. Hij doet 1 minuut over het fietsen van 600 meter. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
 
  • Gegeven: 
                               afstand s= 600 m
                               tijd t= 1 minuut = 60 x 1 minuut = 60 s
  • Gevraagd:
                               snelheid v=?  
  • Formule:
                                v= s : t  
  • Berekenen:
                               v= 600 : 60 =  10 m/s
  • Antwoord:
                               De gemiddelde snelheid is 10 m/s 

Slide 8 - Slide


Een auto is veel te hard aan het rijden. De auto rijdt 2 kilometer in 50 seconden. Wat is de gemiddelde snelheid van de auto?

pro: Een andere auto staat een stuk in de file. De auto rijd 6 kilometer in 36,5 minuten. Wat is de gemiddelde snelheid van deze auto. 

Slide 9 - Open question

Snelheid, afstand en tijd
  • Wat als ik de afstand wil berekenen?
  • De afstand is de snelheid keer de tijd
     
  •   

Slide 10 - Slide

Snelheid, afstand en tijd
  • Wat als ik de afstand wil berekenen?
  • De afstand is de snelheid keer de tijd
     


  •   

Slide 11 - Slide


Een cheetah kan wel tot 130 km/h rennen, maar dit kan die niet langer dan 14 seconden vol houden. Hoeveel meter kan de cheetah komen in deze 14 seconden? 
pro: Een schildpad heeft een snelheid van 500 meter per uur. Hoe veel centimeter legt de slak in 20 seconde af?

Slide 12 - Open question

Oefenen: Maak de volgende opgaves
Max Verstappen doet 2,5 uur over een circuit van 635 km. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
Over het volgende circuit doet Max 3 uur. Zijn gemiddelde snelheid is 230 km/h. Wat is de afstand van het circuit?
Jort rijdt van huis naar school met een gemiddelde snelheid van 18 km/h. De afstand is 5 km. Bereken de tijd in uur.
Bereken de tijd van Jort (vraag linksonder) nu in minuten.
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Bespreken opdrachten:
Max Verstappen doet 2,5 uur over een circuit van 635 km. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
Over het volgende circuit doet Max 3 uur. Zijn gemiddelde snelheid is 230 km/h. Wat is de afstand van het circuit?
Jort rijdt van huis naar school met een gemiddelde snelheid van 18 km/h. De afstand is 5 km. Bereken de tijd in uur.
Bereken de tijd van Jort (vraag linksonder) nu in minuten.

Slide 14 - Slide

4.2      m/s naar km/h en andersom

Slide 15 - Slide

om km/h om te rekenen naar m/s doe je
A
gedeeld door 3,6
B
keer 3,6
C
gedeeld door 6,3
D
keer 6,3

Slide 16 - Quiz

Snelheid omrekenen
12 km/uur --> ? m/s
A
43,2
B
43200
C
3,3
D
0,0033

Slide 17 - Quiz


Reken om naar km/h of naar m/s:    (stappenplan niet nodig)
a. 18 km/h                d. 32 m/s 
b. 100 km/h             e. 17 m/s
c. 187 km/h              f.  3 m/s

Slide 18 - Open question

4.3        Tabel + grafiek opstellen
- tabel aflezen
- diagram invullen
- afstand op x-as
- tijd op y-as

denk aan:
- assen
- stappen
- je eenheden

Slide 19 - Slide

Opdracht: Maak een grafiek bij de onderstaande tabel
Denk aan:
-assen
-stappen
-je eenheden

Slide 20 - Slide

Uitwerking

Slide 21 - Slide

wat zet je in een grafiek op de x-as?
A
afstand
B
tijd
C
snelheid

Slide 22 - Quiz

wat zet je op de y-as?
A
snelheid
B
tijd
C
afstand

Slide 23 - Quiz

tabel
grafiek

Slide 24 - Drag question

Vul de tabel bij de grafiek over de aangroei van ijs in.
10 
25
35
4545
50

Slide 25 - Drag question

4.4      3 soorten beweging herkennen
(aan een afstand, tijd-diagram)
-stilstaan
-constante snelheid
-versnellen
-vertragen

Slide 26 - Slide

stilstaan
De tijd gaat door, maar de meters veranderen niet.
Een platte lijn.

Slide 27 - Slide

constant
elk stukje tijd komt er evenveel afstand bij.
een rechte lijn.
hoe stijler hoe sneller

Slide 28 - Slide

versnellen
elk stukje tijd komt er steeds meer afstand bij.
een kromme lijn omhoog.
hoe krommer, hoe meer versnelling.

Slide 29 - Slide

vertragen
elk stukje tijd komt er steeds minder afstand bij.
een kromme lijn naar beneden.
hoe krommer, hoe meer vertraging.

Slide 30 - Slide

eenparig
eenparig is continu hetzelfde
dus
eenparige versnelde beweging is continu even snel versnellen.
eenparige beweging is dus continu even nel gaan.
een parige vertraging is continu even snel vertragen.

Slide 31 - Slide


Wat voor soort beweging is in deel A van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 32 - Quiz


Wat voor soort beweging is in deel B van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 33 - Quiz


Wat voor soort beweging is in deel C van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 34 - Quiz


Wat voor soort beweging is in deel A van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 35 - Quiz

Wat voor soort beweging
is in deze grafiek getekend?
A
vertraagde
B
versnelde
C
constante

Slide 36 - Quiz

vul in:
grootheid
symbool
eenheid
symbool
snelheid
s
seconde
a
meter per seconde
versnelling
m/s2
m/s
afstand
tijd
v
t
meter
meter per seconde per seconde
s
m

Slide 37 - Drag question

Zelfstandig leren
Wat? Leer zelfstandig voor de toetsweek tot het einde van de les

Slide 38 - Slide