4.2 A Rekenen met de rekenmachine


Hoofstuk 4 Rekenen in de praktijk
4.2 A Rekenen met de rekenmachine
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Hoofstuk 4 Rekenen in de praktijk
4.2 A Rekenen met de rekenmachine

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Waarom zeggen wij miljard en de Engelsen billion?
  • Terugblikken.
  • Hoe werkt je rekenmachine.
  • Aan de slag!


Slide 2 - Slide

Waarom zeggen wij miljard en de Engelsen billion?
In de 15e eeuw bedacht een Franse wiskundige een systeem voor grote getallen:

million             1.000.000
billion               1.000.0002 = 1.000.000 x 1.000.000 = 1.000.000.000.000
tryllion             1.000.0003 = 1.000.000 x 1.000.000 x 1.000.000 = 1 met 18 nullen
quadrillion      1.000.0004 = 1.000.000 x 1.000.000 x 1.000.000 x 1.000.000 = 1 met 24                                                                                                                                                    nullen
Later bedacht een andere Fransman het '......jard'. Dit betekent x 1.000

miljard = 1.000 x miljoen = 1 met 9 nullen
biljard = 1.000 x biljoen = 1 met 15 nullen etc. 

Iedereen deed dit, behalve.....de Fransen 🙄 Zij namen dit mee naar Amerika en de Engelsen besloten in 1974 hetzelfde te doen als de Amerikanen.

Slide 3 - Slide

Terugblikken
Afronden grote getallen:
  • Afronden op bv. duizendtallen.
  • Kijk naar het cijfer van de honderdtallen en rond af naar boven of onder.
  • Dit geldt natuurlijk ook voor afronden op honderdtallen, tienduizendtallen etc. .


Voorbeeld:
Rond 3 785 263 af op duizendtallen.
1. Kijk naar de honderdtallen -> 2.
2. 2 is kleiner dan 5, dus afronden naar beneden -> 3 785 000

Slide 4 - Slide

Leerdoel van vandaag
Je kunt berekeningen maken met de rekenmachine.

Slide 5 - Slide

Rekenmachine






Aanzetten -> on

Uitzetten -> shift + AC




Slide 6 - Slide

Rekenmachine






Bewerkingen:
Optellen -> +
Aftrekken -> -
Vermenigvuldigen -> x
Delen -> :
Exe -> =


Bij een negatief getal tik je eerst de min in.

Slide 7 - Slide

Rekenmachine






Decimale getallen → komma
Denk bij berekeningen met haakjes aan de haakjes

Slide 8 - Slide

Rekenmachine






Wisselen tussen decimale 
getallen en breuk:
 -> format -> gemengde breuk
Toets voor breuken.
Ga voor berekeningen eerst uit de breuk met pijltje naar rechts.

Slide 9 - Slide

Rekenmachine






Alles wissen -> AC

1 getal wissen -> pijltje terug

Slide 10 - Slide

Bereken met je rekenmachine:

3,815,2=
timer
1:00

Slide 11 - Open question

Bereken met je rekenmachine:

8,3(2,51,7)=
timer
1:00

Slide 12 - Open question

Bereken met de
rekenmachine.

Slide 13 - Open question

Aan de slag!
Leren:
Theorie A op blz. 152.

Maken:
opg. 32 t/m 35 op blz. 153.
Klaar? Kijk je werk na.

Dit is huiswerk voor dinsdag 12 december

timer
5:00
B1D
B1A

Slide 14 - Slide

Naar het werkplein mag groep 1:
Julie, Sophie de W., Sam, Maxim, 
Sophie van B., Lieke, Dion, Dylan, Sem. A
Naar het werkplein mag groep 2:
Daan, Mike, Ruben, Allard, Merel,
Seb, Rafael, Wout, Jay Jay
Naar het werkplein mag groep 3:
Yinte, Elin, Vera, Faylin, Sem W., Ural,
Hugo, Tung, Mare, Daantje
B1A

Slide 15 - Slide

Naar het werkplein mag groep 1:
Jolie, Lise, Kyaro, Pim N., Lisa, Anouk,
Lars, Jelle, Liam
Naar het werkplein mag groep 2:
Giel, Pim B., Femke, Larissa, Nienke, Meike, Rens, Tim
Naar het werkplein mag groep 3:
Wesley, Job, Ferry, Keagan, Delina, Elvan, Annelou, Yade, Nadine, Emma
B1D

Slide 16 - Slide

Weektaak:
din: 4.1 C opg 19 t/m 23
woe: 4.1 D opg 24 t/m 28
vrij: 4.2 A 32 t/m 35

Slide 17 - Slide