Verkoopcijfers les 7 + 8

Verkoopcijfers
Les 7
1 / 51
next
Slide 1: Slide
VerkoopcijfersMBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verkoopcijfers
Les 7

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
Week 1: Handel
Week 2: Handel
Week 3: Handel
Week 4: Handel
Week 5: Handel
Week 6: Handel
Week 7: Verkoopprijs bepalen: 2.1 - 2.3
Week 8: Verkoopprijs bepalen: herhaling 2.1-2.3 uitleg 2.4
Week 9: Verkoopprijs bepalen 2.5 + vragen behandelen voor de toets
Week 10: Toets --> wanneer??

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les
- Is de consumentenprijs inclusief of exclusief BTW?

- Waar staat afkorting BTW voor?

- Wat is een ander woord voor BTW?

- Hoe bereken je de consumentenprijs?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze les?
- De verkoopprijs vaststellen
- De brutowinst op de inkoopprijs berekenen
- De brutowinst van de verkoopprijs berekenen

hoofstuk 2: 2.1/2.2/2.3
vragen 2 - 21



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2: Verkoopprijs bepalen
Wat zijn mijn klanten bereid te betalen voor een product?

Voor welke prijs verkoopt mijn concurrent?

Wat zijn mijn kosten?

Hoeveel winst moet/wil ik maken?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

2.1 Verkoopprijs berekenen
Als retailer wil je winst halen, dit doe je door:

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het is niet altijd eenvoudig om de verkoopprijs goed uit rekenen.

Je weet de inkoopprijs maar het is lastig om de totale bedrijfskosten om te rekenen naar de kosten van 1 artikel.
Daarbij maak je misschien voor het ene artikel ook meer kosten dan voor het andere.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Er wordt vaak gebruik gemaakt van een opslagpercentage voor het berekenen van de brutowinst.

Die brutowinstopslag moet groot genoeg zijn om alle kosten te dekken en ook nog winst te maken.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

2.2 Brutowinst op de inkoopprijs



Praat je over brutowinst in geld dan heet dit brutowinst

Praat je over brutowinst als % van de inkoopprijs dan heet dit brutowinstopslag waarbij inkoopprijs altijd 100% is

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

extra uitleg
Als bedrijfsleider krijg je de brutowinstopslag vaak door vanuit het hoofdkantoor.

Maar wat als je deze niet krijgt, hoe bepaal je dan wat de brutowinstopslag zou moeten zijn?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Brutowinstopslag berekenen
- je kunt de brutowinst en inkoopwaarde van het jaar ervoor gebruikt
- beter is om een schatting te maken van wat je verwacht dat de kosten en inkoopwaarde zullen zijn (budget). Daarna bepaal je hoeveel nettowinst je wilt halen.

bedrijfskosten + nettowinst = brutowinst

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Je weet de inkoopprijs maar het is lastig om de totale bedrijfskosten om te rekenen naar de kosten van 1 artikel.
Daarbij maak je misschien voor het ene artikel ook meer kosten dan voor het andere.
- grotere plek nodig in magazijn
- langer opgeslagen in magazijn
- gekoeld bewaren
- extra beveiligd

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verschil in brutowinstopslag %
- serviceoverweging

- prijs die klant wil betalen

- kosten niet gelijk per product

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

2.3 Brutowinst van de verkoopprijs

Een ander manier om de bruto wordt berekend vanuit de verkoopprijs ipv de inkoopprijs
Bijvoorbeeld als je de prijs af wilt stemmen op de concurrent en je wilt graag weten hoeveel winst je nog kunt behalen

BRUTOWINSTMARGE: verkoopprijs is 100%

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

2.3 Brutowinst van de verkoopprijs

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk bij de brutowinstberekeningen:

  1. Wat is 100%?
  2. Staat er 'van de verkoopprijs' / 'op de inkoopprijs'
  3. Is het brutowinstmarge / brutowinstopslag

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

GOED LEZEN!

Soms staat er alleen brutowinst dan moet je zelf nagaan of het om de brutowinst op de verkoopprijs of inkoopprijs gaat.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Opdracht 2 - 13
(hoofdstuk 2)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les behaald?
- De verkoopprijs vaststellen

- De brutowinst op de inkoopprijs berekenen

- De brutowinst van de verkoopprijs berekenen





Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk / challenge
afmaken vraag 2 -13
hoofdstuk 2

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
Herhaling 2.1-2.3
uitleg 2.4

Verder werken: opdracht 14-21

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verkoopcijfers
Les 8

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
Week 1-6: Handel
Week 7: Verkoopprijs bepalen: 2.1 - 2.3

Week 8: Verkoopprijs bepalen: herhaling 2.1-2.3 uitleg 2.4
Week 9: Verkoopprijs bepalen 2.5 + vragen behandelen voor de toets / oefentoets??

Week 10: Gele week --> Toets

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Tot nu toe gedaan hebben:

- hoofdstuk 1: alle opdrachten (opdracht 1-38)
- hoofdstuk 2: opdracht 2-13

-> vraag mij om het na te kijken als je twijfelt
       aan je antwoorden!


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze les?
  • Herhaling hoofdstuk 2: 2.1-2.3

  • Hoe weet je als retailer wat de af te dragen BTW / omzetbelasting is?





Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 2.1 - 2.3
- Waarop berekenen je de brutowinstmarge, op de verkoopprijs of inkoopprijs (wat is 100%)?

- Is de brutowinst voor elke productgroep gelijk? Waarom wel/waarom niet?


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Herhaling 2.1 - 2.3
Als je de brutowinst wil berekenen, wat is dan belangrijk?

  • wat is 100%
  • Staat er "van de verkoopprijs" / "op de inkoopprijs"
  • Is het brutowinstmarge / brutowinstopslag

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Stel, er staat:
Bereken de brutowinst van de inkoopprijs.

  • Hoe heet deze brutowinst?
  • Brutowinstopslag
  • Welke formule gebruik je dan om de brutowinst uit te rekenen?
  • brutowinst : inkoopwaarde x 100%

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Omdraaien..!

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Rekenhulp!
of

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Nettoresultaat = verschil tussen brutowinst en kosten

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Reken uit:
Wat is de verkoopprijs van een paar schoenen als de inkoopprijs 125,00 is en de brutowinstopslag 100%?

(2 minuten de tijd)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Antwoord = 212,50



Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinst je rekent uit wat 70% van 125,- is en telt dit bij elkaar op

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Opdracht 14 - 21
(hoofdstuk 2)

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2.4
BTW berekenen en verrekenen

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2.4:
BTW berekenen en verrekenen

Wat is nu BTW?
  • Belasting Toegevoegde Waarde
  • Deze belasting wordt door de consument betaald en ge-int door de detailhandel. Deze moeten dit vervolgens weer overmaken aan de belastingdienst. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2.4: 
BTW berekenen en verrekenen

De BTW die jij krijgt van je klanten (verschil consumentenprijs en verkoopprijs) moet je dus afdragen aan de belastingdienst. 
Je mag als bedrijf hierbij de btw die jij al hebt betaald bij de inkoop van goederen en diensten verrekenen! 
Dus:
Af te dragen btw = ontvangen btw - betaalde btw

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Soms is het zo dat je voorbelasting hoger is dan de omzetbelasting --> investeringen

Je krijgt dan geld terug van de belastingdienst

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

BTW rekenvoorbeeld

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

BTW rekenvoorbeeld

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

BTW rekenvoorbeeld

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Opdracht 22 - 25
(hoofdstuk 2)

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
Laatste les van deze periode!
  • Huiswerk af t/m opdracht 25 (hfst. 2)
  • uitleg 2.5 --> welke eisen zitten er aan een factuur?
  • Oefentoets / vragen voor de toets

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Doel behaald van deze les?
Aan het einde van de les..

.. weet je wat de consumentenprijs is.
.. leer jij wat btw betekend.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk/Challenge:
Opdracht 33 - 38

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Slide 51 - Slide

This item has no instructions