What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
ein/kein+bezittelijke voornaamwoorden
ein/kein+bezittelijke voornaamwoorden
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
ein/kein+bezittelijke voornaamwoorden
Slide 1 - Slide
ein(e)/kein(e)
Slide 2 - Slide
ein / eine + kein / keine
der (mannelijk)
das (onzijdig)
ein
kein
die (vrouwelijk)
die (meervoud)
ein
e
kein
e
Slide 3 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
eine
kein
das
keine
ein
die
die
Slide 4 - Drag question
Jonas ist ein / eine Kind.
A
ein
B
eine
Slide 5 - Quiz
Silvolde ist ein / eine Dorf
A
ein
B
eine
Slide 6 - Quiz
Jan und Max sind kein / keine Freunde.
A
kein
B
keine
Slide 7 - Quiz
Mein Opa hat kein/keine Haare mehr.
A
kein
B
keine
Slide 8 - Quiz
Waarbij komt er een E achter ein/kein?
A
mannelijk en vrouwelijk
B
mannelijk en onzijdig
C
vrouwelijk en meervoud
D
onzijdig en meervoud
Slide 9 - Quiz
Leg uit: wanneer schrijf je ein/kein en wanneer eine/keine?
Slide 10 - Open question
Vul in ein/eine/kein/keine
Ich möchte gern ...... (een) Cola (v).
Slide 11 - Open question
Vul in ein/eine/kein/keine
Haben sie ...... (geen) Haustiere (mv)?
Slide 12 - Open question
Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.
Slide 13 - Quiz
bezittelijke voornaamwoorden
Slide 14 - Slide
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Hoe heet jouw oma?
A
Hoe
B
heet
C
jouw
D
oma
Slide 15 - Quiz
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Haar moeder heet Agnes
A
haar
B
moeder
C
heet
D
Agnes
Slide 16 - Quiz
Nu in het Duits....
Slide 17 - Slide
Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie heißt deine Oma?
A
Wie
B
heißt
C
deine
D
Oma
Slide 18 - Quiz
Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.
A
Ihre
B
Tante
C
23 Jahre
D
alt
Slide 19 - Quiz
Het bezittelijk voornaamwoord wordt op dezelfde manier vervoegd als "ein" en 'kein'
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein-
dein-
sein-
ihr- (ev)
unser-
euer-
ihr- (mv)
Slide 21 - Drag question
mijn
zijn
jouw
ons
haar
jullie
hun
uw
dein-
mein-
euer-
sein-
ihr-
Ihr-
ihr-
unser-
Slide 22 - Drag question
Eva grüßt (haar)_____ Nachbarin
A
ihr
B
ihre
Slide 23 - Quiz
Wir sind zu (onze)_____ Großeltern gefahren?
A
unser
B
unsere
Slide 24 - Quiz
Er hat (zijn)_____ Brille vergessen
A
sein
B
seine
Slide 25 - Quiz
(Onze) Schwester heißt Nina.
Slide 26 - Open question
Wer hat (jouw) Rechnung bezahlt?
Slide 27 - Open question
Lernziel:
Ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Duits gebruiken.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 28 - Poll
Was findest du noch schwierig?
Slide 29 - Open question
Slide 30 - Slide
More lessons like this
Bezittelijk voornaamwoord
December 2022
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Bezittelijk voornaamwoord
November 2022
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Bezittelijk voornaamwoord
January 2023
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
H2b 12.1. bezit vnw, Lesen D
January 2023
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3H Brückenschlag 1: bezittelijk vnw
August 2023
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Bezittelijke voornaamwoorden
July 2023
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Bezittelijke voornaamwoorden
December 2021
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
G2b 13.12. K3 E
December 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1