Wat moet je kunnen en kennen?
- Tekstsoorten herkennen: (krant, tijdschrift, advertentie e.d.)
- Onderwerp en hoofdgedachte (formuleren)
- Hoofd- en bijzaken (begrijpen): Wat is het onderwerp en wat zijn de deelonderwerpen?
- De opbouw van een tekst (inleiding, middenstuk (kern), slot)
- Feiten en meningen (begrijpen)
- Soorten argumentatie (objectief en subjectief)
- Bedoelingen herkennen (informeren, overtuigen, overhalen en instrueren)
- Tekstverbanden en signaalwoorden. Daarover volgende week meer!