This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Terugblik vorige les
Slide 2 - Slide
Waar vindt gaswisseling plaats?
A
Luchtpijp
B
Long
C
Keelholte
D
Longblaasje
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Video
longblaasje
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Buik
Borst
Slide 8 - Slide
Borstademhaling
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Borstademhaling
Slide 11 - Slide
Inademen met de borstademhaling gebeurt in vier stappen. Zet de stappen in de goede volgorde.
1
2
3
4
De ribben en het borstbeen bewegen omhoog.
De borstholte wordt groter.
De longen worden groter.
Lucht stroomt naar binnen.
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Slide
Borstademhaling
Slide 14 - Slide
Welke spieren zijn er betrokken bij de borstademhaling
A
middenrifspieren
B
tussenribspieren
C
middenrifspieren en tussenribspieren
D
geen van deze spieren
Slide 15 - Quiz
Inademen met de borstademhaling gebeurt in vier stappen.
Zet de stappen in de goede volgorde.
Uitademen met de borstademhaling gebeurt in vier stappen.
Zet de stappen in de goede volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
8
De longen worden groter.
De borstholte wordt kleiner.
De borstholte wordt groter.
De ribben en het borstbeen bewegen omlaag.
De ribben en het borstbeen bewegen omhoog
De longen worden kleiner.
Lucht stroomt binnen.
Lucht stroomt naar buiten.
Slide 16 - Drag question
Buikademhaling
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Buikademhaling
Slide 19 - Slide
Je ademt IN via de BUIKademhaling. Sleep de juiste woorden naar de vakjes.
1. De spieren van het middenrif
2.Hierdoor wordt het middenrif
3. Je borstholte wordt daardoor
trekken samen
ontspannen
omhoog
omlaag
groter
kleiner
Slide 20 - Drag question
Inademen met de borstademhaling gebeurt in vier stappen. Zet de stappen in de goede volgorde.
1
2
3
4
Het middenrif spant zich aan en beweegt omlaag.
De borstholte wordt groter.
De longen worden groter.
Lucht stroomt naar binnen.
Slide 21 - Drag question
Slide 22 - Slide
Buikademhaling
Slide 23 - Slide
Welke spieren zijn er betrokken bij de buikademhaling
A
middenrifspieren
B
tussenribspieren
C
middenrifspieren en tussenribspieren
D
geen van deze spieren
Slide 24 - Quiz
Zet de stappen van de buikademhaling in de goede volgorde. Begin met een inademing en eindig met een uitademing.
1
2
3
4
5
6
7
8
De longen worden groter.
De borstholte wordt kleiner.
De borstholte wordt groter.
Het middenrif beweegt omlaag. De buikwand gaat naar voren
Het middenrif beweegt omhoog. De buikwand gaat terug.
De longen worden kleiner.
Lucht stroomt binnen.
Lucht stroomt naar buiten.
Slide 25 - Drag question
Je weet nu:
Welke onderdelen betrokken zijn bij de borstademhaling en hoe de borstademhaling plaatsvindt
Welke onderdelen betrokken zijn bij de buikademhaling en hoe de buikademhaling plaatsvindt
Dat de borstademhaling en buikademhaling meestal tegelijk plaatsvindt
Slide 26 - Slide
Je haalt de hele dag door adem. Voel bij jezelf, welke vorm van ademhaling gebruik je normaal gesproken?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling
C
Borst en buikademhaling samen
Slide 27 - Quiz
Je hebt twee soorten ademhaling, borst- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling
Slide 28 - Quiz
Waarbij hoort de volgende waarneming: "De tussenribspieren trekken samen."
A
Inademing bij borstademhaling
B
Uitademing bij borstademhaling
C
Inademing bij buikademhaling
D
Uitademing bij buikademhaling
Slide 29 - Quiz
Bij welke adembeweging beweegt de buikwand naar voren?
A
Bij inademing door middel van borstademhaling.
B
Bij inademing door middel van buikademhaling.
C
Bij uitademing door middel van borstademhaling.
D
Bij uitademing door middel van buikademhaling.
Slide 30 - Quiz
Wat doen de spieren rond het middenrif tijdens buikademhaling?
A
Die trekken plat
B
Die zetten uit
Slide 31 - Quiz
Buikademhaling
Borstademhaling
Middenrif
Tussenrib spieren
Buikspieren
Slide 32 - Drag question
Ademhalen
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. Door het samentrekken van de tussenribspieren bewegen je ribben omhoog/omlaag en wordt de borstholte groter/kleiner.
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand. Door het samentrekken van je middenrif worden de longen groter/kleiner, zodat je inademt/uitademt.