Persoonlijke voornaamwoorden en imperatives 1km

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Wat is een persoonlijk voornaam woord?

Slide 2 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een levend wezen zonder namen te noemen.
It is a duck
he is a man

Kennen jullie het rijtje nog?



Slide 3 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
(onderwerp)

I (ik)
You (jij)
He/She/It (hij/zij/het)
We (wij)
You (jullie)
They (zij)

Persoonlijke voornaamwoorden
(niet-onderwerp)

Me (me)
You (jou)
Him/Her/It (hem/haar/het)
Us (ons)
You (jullie)
Them (hen)

Slide 4 - Slide

Voorbeelden
Ze vindt me leuk.                                    Wij vinden hem niet leuk.
She likes me.                                           We don't like him.

Wat vinden jullie van hen?                      Vergeet haar niet.
What do you think of them?                   Don't forget her.

Slide 5 - Slide

Hij vindt me niet aardig
He doesn't like ...
A
I
B
me
C
her
D
you

Slide 6 - Quiz

Piet vindt hen aardig
Piet likes ....
A
you
B
our
C
them
D
their

Slide 7 - Quiz

Het ziet er goed uit.
.... looks good.
A
I
B
its
C
us
D
it

Slide 8 - Quiz

Nina vindt hem leuk.
Nina likes ...
A
me
B
I
C
him
D
he

Slide 9 - Quiz

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 10 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
bezittelijke voornaamwoorden geven aan dat een persoon/dier iets bezit.
  • This is my book
  • Is this pen hers? 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link