H3 2023-2024

BONJOUR
tout le monde !
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BONJOUR
tout le monde !

Slide 1 - Slide

Programme du jour

  1. Unité 2 : les mots d'Apprendre 1
  2. Les mots d'Apprendre 2 - Lire
  3. Faire des exercices
  4. Les devoirs

Slide 2 - Slide

Ouvrez vos livres à la page 81

  1. les mots d'apprendre 2 - Lire
  2. Apprenez ces mots FN
  3. Prends la page 53 et lis exercice 3
  4. Qu'est-ce que tu dois faire ?

Slide 3 - Slide

Les devoirs 1/12

  • Leer woorden Apprendre 2 FN
  • Faire ex. 5.1 au 5.3

Slide 4 - Slide

Programme du jour
  1. Correction exercices 1a t/m d (p.42/43)
  2. Faire Lire extra 1 
  3. Les devoirs = 4T Leesvaardigheid

Slide 5 - Slide

Programme du jour

  1. Correction exercices 1a t/m d (p.42/43)
  2. Faire Lire extra 1 : prends ton livre à la page 42/43
  3. Les devoirs = 4T Leesvaardigheid

Slide 6 - Slide

Les devoirs H3D
4T LEESVAARDIGHEID

  • Réviser : apprendres Unité 1 F-N

Slide 7 - Slide

Les devoirs H3C

  • Volgende les: 4T Leesvaardigheid
  • Tip: Herhaal apprendres Unité 1 Frans-Nederlands en kijk nog eens goed naar de tekst op p.12 t/m 14.

  • !! Antwoorden Lire Extra 1 in jaarbijlage (Leesvaardigheid)

Slide 8 - Slide

Qu'est-ce que tu as fait pendant le weekend ?
  1. Ik heb een pizza gegeten (manger).
  2. Ik heb mijn huiswerk (af)gemaakt (finir). 
  3. Wij hebben een film gekeken (regarder). 

Slide 9 - Slide

Qu'est-ce que tu as fait pendant le weekend ?

Slide 10 - Open question

Qu'est-ce que tu as fait pendant le weekend ?
  1. J'ai mangé une pizza.
  2. J'ai fait / fini mes devoirs.
  3. Nous avons regardé un film.


Maintenant tout le monde ouvre le livre à la page 30

Slide 11 - Slide

Inzage toets Unité 1
  1. Alle spullen van tafel
  2. Je krijgt zo jouw antwoordenblad terug
  3. Kijk goed naar wat je goed en wat je minder goed gedaan hebt
  4. Per oefening bespreken we de antwoorden
  5. Tel je punten op, steek je vinger op als je vragen hebt.

Slide 12 - Slide

Exit-ticket
Schrijf 2 (serieuze) dingen op die je van het maken van deze toets geleerd hebt

Slide 13 - Open question

Le passé composé
  • Je kent al de werkwoorden op - er zoals parler en marcher.
  • Je kent ook de werkwoorden op - ger zoals manger en partager.
  • Je kent ook de werkwoorden op - ir zoals finir of grandir.
  • Je hebt geleerd om deze werkwoorden in de juiste vorm in de présent (=tegenwoordige tijd) te zetten
  • We gaan nu leren om deze werkwoorden ook in de passé composé (=verleden tijd) te gebruiken.

Slide 14 - Slide

L'imparfait §9.3
  • Je kent regelmatige werkwoorden op - er zoals parler en marcher
  • Je kent onregelmatige werkwoorden être en avoir
  • Je hebt geleerd om deze werkwoorden in de présent (=tegenwoordige tijd) te gebruiken
  • Je hebt geleerd om deze werkwoorden ook in de passé composé (=vvt) te gebruiken.
  • Nu leer je de werkwoorden ook herkennen en gebruiken in de imparfait (ovt)

Slide 15 - Slide

L'imparfait
Wat is het verschil tussen de passé composé en de imparfait?

Slide 16 - Slide

Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje
Passé composé
Imparfait
Je regardais
Il parlait
Ils ont parlé
Nous avons regardé
J'ai sauté
Nous sautions
Vous fermiez
Vous avez fermé

Slide 17 - Drag question

Maak een zin met de imparfait. Je hebt niet alle woorden nodig.
ma
père
a
écoutais
un
film
mère
regardait
douze

Slide 18 - Drag question

Maak een zin met een passé composé. Je hebt niet alle woorden nodig.
mon
soeur
a
écouté
un
gâteau
copain
préparé
avez

Slide 19 - Drag question

Correctie ex.26 p.34

Slide 20 - Slide

Correctie ex.28 p.35

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat betekent
'Le français ... voilà pourquoi !' ?

Slide 24 - Open question

Hoeveel mensen spreken er wereldwijd Frans (schatting) ?
timer
0:20

Slide 25 - Open question

Op hoeveel continenten wordt Frans gesproken?
timer
0:20

Slide 26 - Open question

Noem een Franse film die ook bekend geworden is in Nederland

Slide 27 - Mind map

Noem 5 Franse producten die je in Nederland kunt kopen

Slide 28 - Mind map