m2a stephan dante jelle jesse samuel

Hoeveel landen zitten in de Europese unie
A
30
B
27
C
22
D
16
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
FransPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hoeveel landen zitten in de Europese unie
A
30
B
27
C
22
D
16

Slide 1 - Quiz

Waarvoor is de Europese unie?
A
Zodat er minder dieren uitsterven in Europa
B
Zodat mensen makkelijker op vakantie kunnen
C
Zodat landen goed met elkaar kunnen werken
D
Zodat alle Europese landen even veel geld hebben

Slide 2 - Quiz

Welke land wil bij de Europese unie?
A
Rusland
B
Noorwegen
C
India
D
Turkije

Slide 3 - Quiz

Wanneer is de Europese unie gestart?
A
1992
B
1989
C
1932
D
1940

Slide 4 - Quiz

Welk land wilde uit de Europese unie?
A
Zweden
B
Griekenland
C
Engeland
D
Duitsland

Slide 5 - Quiz

Welk geld gebruiken de meeste landen in de Europese unie?
A
Guldens
B
dollars
C
Franken
D
Euros

Slide 6 - Quiz

Over wat voor dingen bepaalt de Europees unie
A
filteringen
B
samenwerking met china
C
nasa
D
maanden van het jaar

Slide 7 - Quiz

Waar kan je dingen over de Europese unie vinden?
A
Supermarkt
B
The voice of holland
C
op het nieuws
D
man bijt hond

Slide 8 - Quiz

Waar worden de vergaderingen gehouden ?
A
Italië
B
Spanje
C
Engeland
D
België

Slide 9 - Quiz


zijn de landen er altijd over eens?
A
50/50
B
altijd
C
Niet altijd de meerderheid telt
D
nee

Slide 10 - Quiz

Wanneer is Nederland in de EU gekomen?
A
1963
B
1936
C
1958
D
1990

Slide 11 - Quiz


Waar begon de europese unie
A
Maastricht
B
Maaskantje
C
Brussel
D
Parijs

Slide 12 - Quiz

Wat is de oppervlakte van de Europese unie?
A
4,233,000 KM2
B
1,592,532 KM2
C
240,301,413 KM2
D
10,000,000 KM2

Slide 13 - Quiz

Welke landen begonnen met de Europese unie
A
Amerika
B
Zwitserland
C
Nederland
D
Spanje

Slide 14 - Quiz

Is Turkije Lid van de EU?
ja
nee

Slide 15 - Poll

Hoeveel geld heeft de Europese unie?
A
15,2 biljoen
B
150 miljard
C
21,6 biljoen
D
13,4 biljoen

Slide 16 - Quiz

Hoeveel geld geeft de Europese unie uit?
A
Tot 2027 is er 1074 miljard euro
B
tot 2023 is er 14,6 biljoen
C
tot 2030 is er 340 biljoen
D
tot 2025 is er 150 biljoen

Slide 17 - Quiz

Waar geeft de Europese unie zijn geld
aan uit?
A
Goede doelen
B
Infrastructuur
C
Het leger
D
verbetering van de ander landen die in de Europese unie

Slide 18 - Quiz

Wat is de grootste haven van de Europesen unie
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Antwerpen
D
Hamburg

Slide 19 - Quiz

Wat us de grootste luchthaven van de EU?
A
Flughafen München
B
London Gatwick Airpor
C
Aero Puerto Adolfo
D
Aeroport de Barcelona

Slide 20 - Quiz

Wie stemt er over dingen in de EU?
A
Het Europese parlement
B
Alle ministers van Buitenlandse zaken
C
Alle koningen en koninginnen
D
De premier van Duitsland

Slide 21 - Quiz

Wie bepaalt wie er in het Europese parlement zitten?
A
Je kan solliciteren
B
Je moet er voor gevraagd worden
C
Alle stemgerechtigde inwoners van de EU
D
Het zijn mensen uit de tweede kamer

Slide 22 - Quiz

Verhuisd het Europese parlement 1x per maand al zijn spullen naar een andere plek?
Ja
Doe niet zo raar

Slide 23 - Poll

Als het euro parlement niet in Brussel is waar zijn de dan?
A
Straatsburg
B
Rome
C
Parijs
D
Berlijn

Slide 24 - Quiz

Welk land is voorzitter van de EU?
A
Frankrijk
B
Ze loten bij aanvang van de vergadering
C
Dat wisselt elk half jaar
D
De eerste die op de vergadering is

Slide 25 - Quiz

Wat is een van de belangrijkste regels binnen de EU?
A
Elk land heeft dezelfde kwaliteit asfalt wegen
B
Iedereen verdient evenveel
C
Onderwijs is overal hetzelfde
D
Vrij vervoer van goederen en mensen

Slide 26 - Quiz

Hoe heet de bank van de EU?
A
De unie bank
B
De Europese Centrale bank
C
De bank van de EUROS
D
De bank van Europa

Slide 27 - Quiz

Wie drukt de Eurobiljetten?
A
De drukkerij van de Telegraaf
B
Degene die de europese aanbesteding wint
C
De Europese centrale bank samen met de nationale banken
D
Dat kan iedereen met zijn kleurenprinter

Slide 28 - Quiz

Is het songfestival verzonnen door de EU om landen te verbinden?
Nee
Ja

Slide 29 - Poll

Wat is geen onderdeel van de EU?
A
Europese parlement
B
Europese centrale bank
C
Europese raad
D
Navo

Slide 30 - Quiz