6.2 Voedselrelaties

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 6.2 Voedselrelaties
1.	Lesopening
2.	Lesdoelen
3.	Mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je werkboek van biologie op tafel en laat deze nog even dicht op tafel liggen. 

Huiswerk controle:

6.1 opdracht 1 t/m 4 en 6

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- kun je een voedselketen en een voedselweb maken; 

- kun je de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden

- kun je biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig 6.2 opdracht 1 t/m 5 op blz. 189 t/m 195.

Krystian & Jessica

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Jochem, Gijs & Zouhir

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Jamie, Niek & Jaysen

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Wat zijn producenten?

1. Planten
2. Dieren
3. Schimmels
4. Bacteriën

In een voedselketen zijn planten producenten.

1. waar
2. niet waar

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Wie maakt wat:

3 of meer vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:

les 6.2 opdracht 1 t/m 5 op blz. 189 t/m 195.

De rest doet mee met de instructie.

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Voedselketens

Voedselketen = rij organismen waarin staat wie wat eet.

Regels bij voedselketens:

1. Je begint altijd bij planten
   
2. Pijlen betekenen 'wordt gegeten door', gaat NAAR de bek waar het in belandt!
   

Voedselketen

Voedselketen

Elk organisme in een voedselketen noemen we een schakel

Producenten, consumenten & reducenten

Voedselweb

In een voedselweb staan 

een aantal voedselketens.

Voedselweb

Alle voedselketens uit een

gebied samen = voedselweb

Noem eens een voedselketen uit dit voedselweb? 

Producenten

• Planten maken voedsel voor mensen en dieren door fotosynthese

                    Daarom noem je planten producenten. 

Planten zijn altijd eerste schakel in voedselketen

Consumenten

Dieren eten (consumeren) de energierijke stoffen die door planten zijn gemaakt. Daarom noem je ze de consumenten. 

Dieren in 2e schakel: planteneters 

Dieren in 3e en volgende schakels: vleeseters

Alleseters komen voor vanaf 2e schakel. 

Wanneer dieren/planten doodgaan, worden ze gebruikt als voedsel voor de afvaleters. 

Reducenten

De resten die worden achtergelaten door afvaleters, worden verder afgebroken door bacteriën en schimmels. 

--> ander woord voor afbreken is recuren. Daarom noem je bacteriën en schimmels reducenten. 

Samenvatting

1. Producenten

2. Consumenten

3. Reducenten

de makers

de gebruikers

de opruimers

Biologisch afbreekbaar

Als dode resten door reducenten kunnen worden afgebroken

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Jochem, Gijs & Zouhir: jullie gaan zelfstandig 6.2 opdracht 1 t/m 5 op blz. 189 t/m 195.. Lees goed de stukjes tekst. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Jamie, Niek & Jaysen (of had je alle vragen in de mini-check fout?): 

Wij maken samen opdracht 1 en 2.

6. Zelfstandig werken

Je leest de theorie van paragraaf 6.2. Hierna maak je zelfstandig

opdracht 1 t/m 5 op blz. 189 t/m 195.

Ben je klaar?

1. Nakijken en verbeteren

2. Inzichtsvragen 6 t/m 8 maken of de samenhang maken van blz. 198/199. 

3. Leren voor biologie

 

- kun je een voedselketen en een voedselweb maken; 

- kun je de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden

- kun je biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden

7. Evaluatie

😒🙁😐🙂😃

8. Huiswerk en toetsen

Huiswerk:

Donderdag 25 april

6.2 opdracht 1 t/m 5 

Toetsen:

-