H1 par. 1.4 De Nijl en Egypte

Memo brugklas TH
H1. Het ontstaan van beschavingen
par. 1.4 Egypte en de Nijl
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Memo brugklas TH
H1. Het ontstaan van beschavingen
par. 1.4 Egypte en de Nijl

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze paragraaf...
Kun je uitleggen waarom de Nijl zo belangrijk was voor Egypte 
Kun je uitleggen wat irrigatie is en waarom dit zo belangrijk was 
Kun je ten minste 4 gevolgen noemen van de irrigatielandbouw
Kun je uitleggen waarom niet iedereen boer was in Egypte 
Ken je de begrippen en jaartallen van de paragraaf 

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over
Egypte?
Schrijf 1 ding op

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Nijl
Jagers-verzamelaars leefden langs de Nijl.
Daar was veel voedsel te vinden.
Geen reden dus om aan landbouw te doen.




Slide 5 - Slide

Nijl
Voor de herders verder van de Nijl werd het door de klimaatverandering steeds lastiger om voedsel te vinden. 
Zij trokken weg uit deze woestijngebieden en kwamen langs de Nijl wonen.

Slide 6 - Slide

Waarom trokken herders uit de woestijn weg om bij de Nijl te gaan wonen?

Slide 7 - Open question

Landbouw
Na 4000 v.C. landbouw.
De Nijl overstroomde jaarlijks.
Gunstig voor boeren.
Er bleef na de overstroming  een laagje vruchtbaar slib achter op de oevers: vruchtbare grond.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Waarom was de jaarlijkse overstroming van de Nijl gunstig voor de boeren?

Slide 11 - Open question

Irrigatielandbouw
Het regende bijna nooit in Egypte.
De Egyptenaren legden dijkjes en kanaaltjes aan.
Via kanalen kon je akkers bevloeien die verder van de Nijl lagen.
Dijken hielpen om het water zo lang mogelijk vast te houden.
Zo hadden ze het hele jaar voldoende water.
Landbouw op deze manier noemen we irrigatielandbouw.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat irrigatielandbouw is

Slide 14 - Open question

Gevolgen irrigatielandbouw
  1. Grote oogsten met als gevolg voedseloverschotten.
  2. Meer uitvindingen, zoals het wiel en de ploeg.
  3. Brons.
  4. Andere beroepen, omdat niet iedereen meer boer hoefde te zijn, zoals houtbewerker, bronsgieter, pottenbakker. 

Slide 15 - Slide

Gevolgen irrigatielandbouw
5. Overschotten en nieuwe producten konden geruild of verkocht worden: opkomst handel.
6. Ontstaan van steden.




Slide 16 - Slide

Wat is géén gevolg van de irrigatielandbouw? Kies de juiste letter
A
ontstaan van steden
B
ontstaan van handel
C
er komen nieuwe beroepen
D
er is te weinig voedsel

Slide 17 - Quiz

steden 
Woonden de elite van bestuurders, priesters en handelaren.
Ook handwerkslieden.
Zij hielden zich met nijverheid bezig =
Beroepen waarbij je van een grondstof een product maakt.

Egypte werd een landbouw stedelijke samenleving.

Slide 18 - Slide

Welk beroep valt onder nijverheid?
Kies de juiste letter
A
leraar
B
dokter
C
bakker
D
kapper

Slide 19 - Quiz

Schrijven en rekenen
Schrijven en rekenen werden belangrijk
  • Bijhouden kalender (overstromingen bijhouden)
  • Tellen en bijhouden van bezit (graan/vee/landbouwgebied)

Egyptenaren bedachten schrift (hierogliefen)

  • 3100 v.C. ontstaan = einde Prehistorie
  • Schrijver werd beroep

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 23 - Open question

Wat vind je nog lastig?

Slide 24 - Open question

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par. 1.4  lezen (blz. 13-15) en daarna maak je van par. 1.4 (blz.12-13)  opdr. 1  , 3, 4, 6, 7, 8, 9
Hoe? Alleen
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Daarna bij je docent.
Tijd? Tot het einde van de les.
Klaar? Geschiedenis lastig? Dan ga je een mindmap maken.
Geschiedenis makkelijk? Dan ga je de verdieping maken: par. 7.

Slide 25 - Slide

Plusopdracht
Wil je meer weten over Egypte? 
Dan mag je zelfstandig de extra paragrafen bestuderen en maken.
Het gaat om de  volgende paragrafen: 1.5 en 1.6.

Slide 26 - Slide