What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2H Grammatica H3
Grammatica H3
Geef je het juiste zinsdeel aan.
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica H3
Geef je het juiste zinsdeel aan.
Slide 1 - Slide
Eigenlijk is mijn wollen winterjas veel te krap.
mijn wollen winterjas=
A
onderwerp
B
persoonsvorm
C
bijwoordelijke bepaling
D
voorzetsel voorwerp
Slide 2 - Quiz
De verhalen van schrijver Roald Dahl blijven verrassend leuk.
blijven verrassend leuk=
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
naamwoordelijk gezegde
D
persoonsvorm
Slide 3 - Quiz
De zieke patiënt wordt door de verpleegster het allerbeste gegund.
De zieke patiënt =
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
voorzetsel voorwerp
D
onderwerp
Slide 4 - Quiz
Leek die buschauffeur niet erg nieuwsgierig?
niet =
A
bijwoordelijke bepaling
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
voorzetsel voorwerp
Slide 5 - Quiz
Ongetwijfeld gaat deze maaltijd heel bijzonder worden voor de gasten.
voor de gasten =
A
onderwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
meewerkend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde
Slide 6 - Quiz
Moest je lang wachten op de uitslag van het sollicitatiegesprek?
Moest wachten =
A
onderwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
naamwoordelijk gezegde
D
werkwoordelijk gezegde
Slide 7 - Quiz
Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden.
was niet tevreden =
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
C
persoonsvorm
D
lijdend voorwerp
Slide 8 - Quiz
Gelukkig is mijn kleine broertje nog nooit van de trap gevallen.
is gevallen =
A
onderwerp
B
naamwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde
Slide 9 - Quiz
Hoe vaak worden daders op heterdaad betrapt door de politie?
daders =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
voorzetsel voorwerp
D
persoonsvorm
Slide 10 - Quiz
Ondanks de tegenvaller zou je niet zo chagrijnig moeten blijven.
zou niet zo chagrijnig moeten blijven =
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
C
voorzetsel voorwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 11 - Quiz
More lessons like this
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
October 2021
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
February 2019
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
DHV2R week 1 Grammatica H3
January 2021
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Woordenschat:: rijmende uitdrukkingen
November 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
wg of ng? deel II
January 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
week 5 - les 3 - Herhalen H3 + start H5
January 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
week 6 - les 5 - de samengestelde zin
February 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
D2 / W2 Wg of ng?
November 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2