Sonnet - De lente
De lente komt eraan.
De vogels vieren haar terugkomst met feestelijk gezang,
murmelende beekjes stromen
onder een zacht aaiend briesje.
Donderstormen, die de lente aankondigen,
bedekken de lucht met hun donkere mantel.
Als ze zwijgen klinkt opnieuw
de betoverende zang van de vogels.
Op de met bloemen overdekte weide slaapt de geitenhoeder
onder de zacht ritselende bladertakken,
zijn trouwe hond naast hem.
Aangespoord door het feestelijk geluid van de doedelzakken
dansen de nymphen en de herders lichtvoetig
terwijl de lentehemel schitterend verschijnt.