Schrijven: schrijfdoel, doelgroep, (in)formeel, tekst schrijven

Opdracht IBO
Om zicht te krijgen op alle mogelijke ontwikkelingsgerichte activiteiten, ga je een hele dag opschrijven wat een kind op jouw BPV allemaal meemaakt.


Neem deze notities mee naar de les Nederlands. Hier verwerk je jouw notities in een verhaal; je gaat een dag door de ogen van een kind beschrijven. 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Opdracht IBO
Om zicht te krijgen op alle mogelijke ontwikkelingsgerichte activiteiten, ga je een hele dag opschrijven wat een kind op jouw BPV allemaal meemaakt.


Neem deze notities mee naar de les Nederlands. Hier verwerk je jouw notities in een verhaal; je gaat een dag door de ogen van een kind beschrijven. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Schrijven (opdracht IBO)
 Schrijfdoelen
 Doelgroep: Wat is dat? + formeel en informeel taalgebruik
Tekst schrijven: Inleiding, middenstuk en slot

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Nederlands
Wat gaan we doen:

Lekker lezen
Opdracht uit de IBO voorbereiden

Lesdoel:
Aan het eind van deze les hebben jullie een beeld bij de opdracht uit de IBO.  Je weet waar je op kunt letten bij het maken van een verhaal bij jouw notities.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Schrijfdoelen
  • Doel dat je wil bereiken met de tekst
  • Waarom? Makkelijker tekst te schrijven + beter te begrijpen voor lezer
  • Voordat je begin met schrijven:
      Informatie verzamelen en deelvragen bedenken > Wat moet lezer weten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

^ Informeren
^ Activeren
^ Instructie geven
^ Overtuigen
Amuseren >

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is het schrijfdoel van een
Ikea handleiding:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Instructie geven

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat valt onder het schrijfdoel 'Informeren'?
A
Reclame folder
B
Recensie
C
Nieuwsitem in krant
D
Gebruiksaanwijzing

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Schrijfdoel bepalen:
Overleg in tweetallen:

Wat is het schrijfdoel bij de opdracht uit de IBO?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Doelgroep - wat is dat?
  • = Groep mensen waar voor je schrijft
  • Goed beeld krijgen van doelgroep
  • Onderzoeken
  • Inleven en taalgebruik op afstemmen
  • Tekst wordt doelgerichter en duidelijker

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kinderen
Pubers
Mannen
Ouderen
Vrouwen
Zakenmensen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bekijk deze
afbeelding
goed....
timer
0:10

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voor welke doelgroep is de
advertentie geschreven?
A
Kinderen
B
Ouders
C
Docenten
D
Medewerkers

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Doelgroep

Slide 14 - Mind map

Wat is de doelgroep waar jullie voor schrijven?
Formeel taalgebruik
  • Zoals gezegd: taalgebruik afstemmen op doelgroep
  • Zakelijke, officiële, plechtige manier van schrijven
  • Mensen die je niet (goed) kent of ouder zijn dan jij
  • Beleefd spreken, 'u' en bv. achternaam gebruiken
  • Vb: We beantwoorden uw mail zo spoedig mogelijk

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Informeel taalgebruik
  • Niet-zakelijke en lossere manier van schrijven
  • Mensen die je goed kent, vrienden, leeftijdsgenoten
  • Spreekt de lezer aan met 'je'
  • Lijkt op spreektaal > eenvoudigere woorden > niet meer fouten maken!
  • Vb: Ik stuur je zo een reactie op jouw mail

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

 Tekst schrijven
  • Opbouw van een 'goede' tekst
  • Inleiding, middenstuk (kern), slot

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Puzzelen

De tekst is in stukken geknipt
Ga in tweetallen proberen de goede volgorde te vinden
Bedenk waarom je keuzes maakt?

Nabespreken: Hoe herken je de delen, wat neem je hieruit mee?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

 Tekst schrijven - inleiding
  • Je begint met de inleiding > aparte alinea
  • Aandacht trekken, aankondigen (vertellen wat je gaat behandelen)
  • Soms geef je je standpunt
  • Wat zou er in de inleiding kunnen komen bij jullie verhaal?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Tekst schrijven - kern
  • Inleiding geschreven? Nu volgt het middenstuk

  • Je hebt info verzameld (& deelvragen bij bedacht, welke ontwikkelingsgebieden?)
  • Deelvragen uitwerken tot hele alinea's
  • Onderwerp wordt van verschillende kanten bekeken
  • Plaats witregels tussen de alinea's en passende tussenkopjes in tekst

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

 Tekst schrijven - slot
  • Middenstuk geschreven? Nu volgt het slot
  • Komt terug op de (vraag uit) inleiding en geeft bv. conclusie, advies (wat zou dat bij jullie opdracht kunnen zijn?)
  • Herhaalt vaak het belangrijkste uit tekst
  • Door het slot wordt het verhaal mooi rond

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdracht:
Maak vast een opzet voor jullie opdracht

- wat schrijf je in de inleiding?
- wat komt er in de kern?
- hoe sluit je het verhaal af?

(houd het tekstdoel, je doelgroep en de woordkeuze die daarbij past in je achterhoofd)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions