§2.4: het Lötschental

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

§2.4: het Lötschental

Planning:

- Weektaak

- Leerdoelen.

- Uitleg §2.4: het Lötschental.

- Weektaak.

Weektaak

- Opdracht 3 bespreken.

Leerdoelen

- Ik kan de vijf hoogtegordels noemen en kan bij elke hoogtegordel een kenmerk noemen.      

- Ik kan het verband noemen tussen reliëf en bevolkingsdichtheid.      

- Ik kan uitleggen waarom de temperatuur daalt hoe hoger je in de bergen komt.

- Ik kan het verband noemen tussen toerisme en bereikbaarheid in de bergen.

- Ik kan berekenen hoe koud het is op verschillende hoogtes.

De Alpen

- Hooggebergten.

Mont Blanc 4.810m

- Lage bevolkingsdichtheid.

- Natuurlandschap.

Het Lötschental

- Reliëf.

- Alpenweiden.

- Bereikbaarheid.

- Dubbelseizoen.

Bekijk de video goed.

- Wat zie jij veranderen in de video?

(Tip: kijk naar de berg)

Hoe hoger hoe kouder

- Waarom?

- Per KM daalt tempratuur 6 Graden.

- Hoogte gordels.

Opdracht

Bereken hoe warm het is op de volgende plaatsen:

1. Je bent op de begaande grond. Daar is het 15.5 graden. De berg is 2.3 km hoog. Hoe warm is het boven op de berg?

2. Je staat boven op de Mont Blanc 4.810 meter hoogte. Het is daar -6 graden. Hoe warm is het beneden?

Bespreken

1: 2,3X6= 13,8 kouder graden dan beneden.

15.5 - 13,8= 1,7 graden.

2: 4,81X6= 28,9 graden warmer dan boven op de berg. 

-6+28,9 = 22,9 graden op de begaande grond.

Weektaak

2.4 opdrachten:

1-2, en 7 en 8