This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Hoofdstuk 2:
Bronnen van energie
§2.10 Zon,
water en wind
Slide 1 - Slide
Lesplanning
Boekencontrole
Uitleg §2.10 'Zon, water en wind'
Maak van §2.10 'Zon, water en wind' vraag 1 t/m 7
lesdoelcheck
Slide 2 - Slide
Lesdoelen van deze les
1. je kunt de mogelijkheden van zon, water en wind als energiebronnen vergelijken met andere energiebronnen.
2. je kunt beschrijven en verklaren waar zon, water en wind als energiebronnen het beste toegepast kunnen worden.
Slide 3 - Slide
Waar staat de enige werkzame kerncentrale van Nederland?
A
Eindhoven
B
Borssele
C
Dodewaard
D
Hoogeveen
Slide 4 - Quiz
Wat is een nadeel van kernenergie?
A
Er komt veel CO2 bij vrij.
B
Je kunt met weinig uranium veel energie opwekken.
C
Het opwekken van kernenergie zorgt voor veel radioactief afval.
D
Kernenergie is relatief goedkoop in vergelijking met fossiele brandstof.
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Video
Superschone energie
Windenergie, zonne-energie en hydro-elektriciteit.
Voordelen:
Geen broeikasgassen
Onuitputtelijk
Slide 7 - Slide
Energie uit Windkracht
Klimaatakkoord (in 2030):
40% van totale energie uit wind
Nadelen: waait niet altijd en horizonvervuiling
Slide 8 - Slide
Nederland als ideale locatie voor wind
Windmolens, stuwmeren en zonnepanelen nemen veel
ruimte in beslag dus concurrentie om de ruimte.
Windmolens op zee is oplossing.
Slide 9 - Slide
Waar zou jij een
windmolenpark
bouwen? Rekening
houdend met
horizonvervuiling
Slide 10 - Drag question
Slide 11 - Video
Energie uit zonkracht
Nadelen:
zon schijnt niet altijd
ruimte te kort
Extra voordeel: hogere biodiversiteit door minder maaien onder de panelen
Slide 12 - Slide
Energie uit waterkracht
In bergachtige gebieden:
1. water wordt opgevangen
in een stuwmeer
2. stroomt langs turbine
3. energie wordt opgewekt
Nadeel:
Je hebt hoogte verschil nodig
Slide 13 - Slide
Getijdencentrales
Maakt gebruik van de stroming van eb en vloed van de zee.
Een dam waarachter het water wordt opgeslagen tijdens vloed. Als het peil hoog genoeg is, gaat de dam open en stroomt het water langs turbines weer de zee in.
1
Het andere type heeft geen dam en laat het water zowel bij eb als bij vloed langs de turbine stromen.
2
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Aantal zonuren is in het zuiden van Europa hoog en de ruimte is in landen als Spanje minder schaars: grote zonneparken
Bergachtige gebieden:
hydro-elektriciteit
Waar wel zonne-energie en hydro-electriciteit?
Slide 16 - Slide
Lesdoelcheck
Welke duurzame energie bronnen kun je benoemen?
Leg uit waarom zon en hydro-elektriciteit in NL niet handig is
Waarom is Nederland zeer geschikt voor wind energie?
Leg uit waarom de windmolenparken juist op zee gebouwd worden?
Slide 17 - Slide
Windenergie is hernieuwbaar.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Wat is geen fossiele energiebron?
A
Aardolie
B
Steenkool
C
Windenergie
D
Aardgas
Slide 19 - Quiz
Welke duurzame energiebron zie je hier?
A
Kernenergie
B
Waterkracht
C
Zonne-energie
D
Windenergie
Slide 20 - Quiz
De meeste groene / duurzame energie in Nederland komt uit
A
Aardgas
B
Zonne-energie
C
Windenergie
D
Bio-massa
Slide 21 - Quiz
Door uranium te splitsen krijg je:
A
de dampkring
B
kernenergie
C
windenergie
D
zonne-energie
Slide 22 - Quiz
Hieronder zie je zes voorbeelden van fossiele en duurzame energiebronnen. Herken jij ze? Zet ze bij het juiste rijtje
Fossiele energie
Duurzame energie
Slide 23 - Drag question
Sleep de energiebronnen naar de juiste plaats in het diagram.