This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
2425 6Vbeco periode 2
studiewijzer:
2 routes
PO groepjes periode 2 (opgave krijg je nog)
Slide 1 - Slide
week 45 les 1
huiswerk voor deze les:
meenemen lesbrief Het Resultaat 3e druk
les:
bespreken SE periode 1
Reflecteren op werkwijze periode 1
Leerdoel:
Je kan je werkwijze op een manier aanpassen zodat je volgende keer een grotere kans op verbetering hebt
Slide 2 - Slide
week 45 les 2
huiswerk voor deze les:
geen
les:
Deze les valt uit
Zelfstudie H4.1: constante en variabele kosten
Leerdoel:
Je begrijpt het verschil tussen constante en variabele kosten
Slide 3 - Slide
Constant <-> Variabel
Variabele kosten veranderen als de geproduceerde hoeveelheid verandert
Constante kosten zijn onafhankelijk van de geproduceerde hoeveelheid
kunnen wel veranderen: - aanpassen productiecapaciteit - verandering huur gebouw, interest op lening, etc.
Slide 4 - Slide
Variabele kosten
Variabele kosten zijn afhankelijk van de geproduceerde hoeveelheid
Proportioneel variabele kosten veranderen recht evenredig met de geproduceerde hoeveelheid
Als de productie 10% daalt, dalen de VK ook 10%
( anders progressief, degressief )
Slide 5 - Slide
Constant
Variabel
huur gebouw
salaris uitzendkracht
grondstoffen
salaris directeur
interest
Slide 6 - Drag question
week 46 les 1
huiswerk voor deze les:
Opdracht 4.7, 4.8
les:
uitleg H4.2: Break-evenafzet
maken case Medifact
Leerdoel:
Je kan de BEA berekenen op basis van de dekkingsbijdrage in euro’s per product
Slide 7 - Slide
De break-even analyse
Break-even: de onderneming maakt geen winst, geen verlies (resultaat € 0)
Verschillende invalshoeken:
Hoeveel producten moet een onderneming minimaal verkopen om 'quitte' te spelen?
Hoeveel omzet moet een onderneming minimaal realiseren om 'quitte' te spelen?
Vanaf welk punt (afzet/omzet) heeft een onderneming de constante kosten terug verdiend?
Slide 8 - Slide
Gegeven:
Een onderneming verkoopt kratjes bier voor 34 euro per kratje. De dekkingsbijdrage is 12 euro per kratje. De totale constante kosten bedragen € 250.000
Bepaal de volgende functies: TO, TVK, TCK, DB
DB per product = p-v
Slide 9 - Slide
Opdracht kratjes bier
TO = 34q
TVK = 22q
TCK = 250.000
TK = 22q + 250.000
DB = 12q
Slide 10 - Slide
Break even afzet
Hoe hoog moet de afzet zijn om quitte te spelen?
Slide 11 - Slide
Break even afzet
Hoe hoog moet de afzet zijn om quitte te spelen, oftewel
TO = TK
34q = 22q + 250.000
12q = 250.000
q = 20.834
Slide 12 - Slide
De break even afzet moet altijd naar boven / beneden worden afgerond
A
boven
B
beneden
Slide 13 - Quiz
Break even afzet
Hoe hoog moet de afzet zijn om quitte te spelen, oftewel
wanneer heb ik met de dekkingsbijdrage de CK terugverdiend?
CK
bea = ----------
( p - v)
bea = 250.000 / ( 34 - 22 ) = 20.834
Slide 14 - Slide
Hoe groot moet de afzet zijn om een winst te behalen van € 100.000,-?
A
250.000 / 12 +
100.000 / 34
B
100.000 / 34
C
350.000 / 12
D
350.000 / 34
Slide 15 - Quiz
Break even omzet
Break even omzet = Break even afzet x verkoopprijs
Break even omzet = 20.834 x 34 = € 708.356
Slide 16 - Slide
zet
TO, TK, TVK en TCK
bij de juiste lijn
DB lijn?
TO
TK
TVK
TCK
Slide 17 - Slide
nu maken case 4.2 Medifact
Slide 18 - Slide
week 46 les 2
huiswerk voor deze les:
Opdracht 4.16, 4.17
les:
uitleg H4.3: Break-evenomzet
Leerdoel:
Je kan de BEO berekenen op basis van de dekkingsbijdrage in procenten van de omzet
Slide 19 - Slide
Vorige les: berekenen BEA
Hoe hoog moet de afzet zijn om quitte te spelen, oftewel
wanneer heb ik met de dekkingsbijdrage de CK terugverdiend?
CK
bea = ----------
( p - v)
Slide 20 - Slide
Break even omzet
Ondernemingen met een groot assortiment kunnen de break even afzet niet uitrekenen
We werken dan met variabele kosten die een percentage zijn van de omzet
We rekenen dan direct de break even omzet uit
Slide 21 - Slide
De variabele kosten bedragen 65% van de omzet; constante kosten bedragen € 500.000. Wat is de break-even omzet? (antwoord format zonder € teken of puntjes. Voorbeeld: 1234567,89)
Slide 22 - Open question
Stel de variabele kosten bedragen 65% van de omzet en de constante kosten bedragen € 500.000,-.
De dekkingsbijdrage is dan 100 - 65 = 35%
Daarmee moeten we de € 500.000,- terugverdienen.
35% = 500.000
500.000 / 35 x 100 = € 1.428.571,43
Slide 23 - Slide
Even checken:
omzet € 1.428.571,43
- TCK € 500.000
- TVK € 928.571,43 (65% van de omzet) -
0
Slide 24 - Slide
Break even omzet
CK
Break even omzet = ---------------
perunage dekkingsbijdrage
= 500.000 / 0,35 = € 1.428.571,43
Slide 25 - Slide
week 47 les 1
huiswerk voor deze les:
Opdracht 5.1 en 5.2
les:
uitleg H5.1: variabele kostprijsberekening
Leerdoel:
Je kan het resultaat van een dienstverlenende onderneming over een periode berekenen via de variabele kostencalculatie methode
Slide 26 - Slide
week 47 les 2 (valt uit)
huiswerk voor deze les:
Opdracht 5.3
les:
Deze les valt uit
Zelfstudie H5.2: integrale kostprijsberekening
Leerdoel:
Je kan de standaardkostprijs van een goed of dienst berekenen via de integrale kostprijsberekening