H.4 Stijlfouten - Contaminatie, pleonasme en tautologie

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

H.4 Woordenschat
Hebben jullie het vorig jaar gehad over pleonasme, tautologie en contaminatie? Wat was dat ook al weer?

Vul wat je nog weet in in het woordweb.

Slide 2 - Slide

contaminatie/pleonasme/tautologie

Slide 3 - Mind map

Formuleren: stijlfouten, dubbelop

Vandaag gaan we het hebben over stijlfouten. Namelijk over de volgende drie: contaminatie, pleonasme en tautologie


Slide 4 - Slide

Aan het einde van de les...
...kan je een pleonasme, tautologie en contaminatie herkennen en benoemen.

...kan je formuleerfouten vermijden in je eigen tekst.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Tautologie
Twee dezelfde woordsoorten samen gebruikt.
Je kan er 1 weglaten en dan is de zin correct.
Twee mogelijkheden.
Voor altijd en eeuwig
Misschien wellicht komen ze erachter.

Pleonasme
Twee verschillende woordsoorten overlappen elkaar, ze zijn niet beide nodig. --> kenmerk, zit al in het woord besloten. Maar 1 mogelijkheid.
De rode tomaat
De bitcoin is omlaag gekelderd.

Slide 7 - Slide

Contaminatie
Twee uitdrukkingen of spreekwoorden worden samengevoegd tot één nieuwe uitdrukking.
(Engels) to contaminate = besmetten
Uitprinten (nu goed!)
Het kost duur.
Soms heel moeilijk te zien, want 'normaal':
Overnieuw?

Slide 8 - Slide

Zelf aan het werk
Doel: contaminaties leren herkennen en benoemen.
Wat: tekst lezen en contaminaties markeren of onderstrepen.
Hoe: je mag samenwerken met je buurman of buurvrouw.
Tijd: tien minuten.

Artikel De Speld
Markeer of onderstreep de contaminatie. Probeer ook te vermelden waar de contaminatie een samentrekking van is. 

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
H.4 Woordenschat - Stijlfouten
Opdracht 1 t/m 7 online


Slide 10 - Slide

Waar zit de stijlfout?

Slide 11 - Slide

Formuleerfouten
- Ik maak nooit geen fouten hoor!

- Dit onderzoek, waaruit bleek dat jongeren, die vaak meerdere bijbaantjes hebben, bijvoorbeeld en in de horeca en bij een supermarkt, zoals de Albert Heyn, die jongeren nog steeds slechts het minimumjeugdloon betaalt, financieel toch problemen hebben, zorgde voor veel ophef.

- Je kunt je bij wijze van spreken voorstellen dat iemand bij wijze van spreken drie meter ver kan springen zonder bij wijze van spreken een aanloop te nemen.

- Het onderzoek waaruit bleek dat leerlingen het rooster te vol vinden zorgde voor veel ophef.

Slide 12 - Slide

Dubbele ontkenning
Twee keer een ontkenning gebruiken, waardoor je het tegenovergestelde zegt van wat je bedoelt.

Hij gebruikt nooit geen suiker in de thee.
(‘nooit’ of ‘geen’ weglaten)

Slide 13 - Slide

Bijzinnen rijgen
In plaats van regelmatig een nieuwe zin te beginnen, wordt bijzin na bijzin aan de lopende zin toegevoegd.
Dit onderzoek, waaruit bleek dat jongeren, die vaak meerdere bijbaantjes hebben, bijvoorbeeld en in de horeca en bij een supermarkt, zoals de Albert Heyn, die jongeren nog steeds slechts het minimumjeugdloon betaalt, financieel toch problemen hebben, zorgde voor veel ophef.

Slide 14 - Slide

Storende herhaling
Steeds hetzelfde woord herhalen leidt tot irritatie.
Een woordherhaling kan ook als stijlfiguur (repetitio) bewust worden toegepast.
Je kunt je bij wijze van spreken voorstellen dat iemand bij wijze van spreken drie meter ver kan springen zonder bij wijze van spreken een aanloop te nemen, maar toch bij wijze van spreken van zichzelf vindt dat hij bij wijze van spreken niet sportief is.

Slide 15 - Slide

Tangconstructie
Tussen de woorden die bij elkaar horen (vaak onderwerp en persoonsvorm), staan andere zinsdelen of bijzinnen, waardoor de gehele zin onoverzichtelijk wordt.
FOUT: Het onderzoek, waaruit bleek dat jongeren veel financiële problemen hebben, zorgde voor ophef.
GOED: Er ontstond veel ophef over het onderzoek waaruit bleek dat jongeren veel financiële problemen hebben.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Bedenk zelf een tangconstructie. Bijvoorbeeld bij: de vrouw...loopt.

Slide 18 - Open question

Incongruentie
Het getal van het onderwerp en de persoonsvorm zijn niet gelijk.
De media schrijven over de wedstrijd.
Een groep jongeren ergert zich aan het huidige rooster.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Verwijzen
De vrouw = die vrouw, deze vrouw
Het huis = dit huis, dat huis.


Slide 21 - Slide

Even checken!

Slide 22 - Slide

De oude bejaarde ging op donderdag een gezellig potje klaverjassen.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 23 - Quiz

Wij hopen in staat te zijn u volgende week te kunnen halen.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 24 - Quiz

Begrijpend lezen moet hij telkens overnieuw doen.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 25 - Quiz

Van deze les neem ik mee...

Slide 26 - Open question

Doen
- Tekst afmaken
- Les 5 Schrijven 5 --> exit stijlfouten
- Je eigen tekst nakijken op spelfouten

Slide 27 - Slide

Lesdoelen behaald?
- Kon je de controlevragen goed maken? Kan je pleonasme, contaminatie en tautologie herkennen?
- Kon je de contaminaties uit de tekst halen?
Vind je het stijlfiguren of stijlfouten?

Zou je de verschillen kunnen uitleggen? Wie weet volgende les...?

Slide 28 - Slide