This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
1.3 Zinken, zweven en drijven
Tijdens deze les gaan we eerst nog even naar de vorige paragraaf kijken: Botsen en druk.
Daarna gaan we beginnen aan 1.3 Zinken, zweven en drijven.
Ondertussen roep ik leerlingen naar mij toe om af te tekenen.
Slide 2 - Slide
Voorkennis ophalen
Bewegende moleculen in een gas oefenen druk uit. Druk is de kracht op 1 m2
Slide 3 - Slide
Druk
Druk bereken je met de formule hiernaast.
Bespreek met je buurman/vrouw wat elk symbool bekent. En in welke eenheid gebruik je dan?
Slide 4 - Slide
Hoge hakken versus ballerina's...
Slide 5 - Slide
Welke geven meer druk?
Vergelijk de hakken die in het lokaaal staan eens met de ballerina's.
Welke van de 2 zullen de meeste druk geven? En hoe kun je dit met de formule voor druk verklaren?
Slide 6 - Slide
Meten
Luchtdruk meet je met een barometer.
Waar staat de barometer bij ons in het lokaal op dit moment op?
En hoeveel is dat van de gemiddelde luchtdruk?
Slide 7 - Slide
Tot zover de voorkennis...
Nu gaan we beginnen met de stof van 1.3 Zinken, zweven en drijven.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Laagjes cocktail
In de vorige slide zag je een natuurkunde laagsjes cocktail. Deze kun je met behulp van wat kennis van dichtheid maken.
Elke vloeistof en vaste stof heeft een kleinere of grotere dichtheid. Hierdoor drijven sommige stoffen op elkaar, terwijl andere stoffen dat niet zouden doen.
Slide 10 - Slide
Binas
In de binas kun je (onder andere) de dichtheden van bepaalde stoffen opzoeken.
Als je een binas nodig hebt, kun je deze bij de docent of Mariska lenen.
Slide 11 - Slide
Dichtheid berekenen
Slide 12 - Slide
Massa
De massa bepaal je met een weegschaal.
Slide 13 - Slide
Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode
Slide 14 - Slide
Voorbeeld
Bereken de dichtheid van het blokje.
m = 324 g V = 4 x 3 x 10 = 120 cm3 ρ = m:V = 324 : 120 = 2,70 g/cm3
Dit is dus waarschijnlijk aluminium
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Proefkonijnen
De proefkonijnen gaan kijken hoe drijfzand werkt.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Opdracht
Bespreek met je buurman/buurvrouw, hoe drijfzand werkt. En waar komt de naam drijfzand vandaan? Je zinkt er immers in weg? Maar kun je er in verdrinken?
Slide 19 - Slide
Asterix en Obelix
Kijk nog eens terug naar de eerste slide met Asterix en Obelix. Bespreek met elkaar hoe het kan zijn dat Obelix blijft drijven in de Dode Zee.
Slide 20 - Slide
Lees 1.3
Als je tijd over hebt, mag je alvast beginnen aan de opdrachten van 1.3.