This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
De hersenen
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je hebt inzicht in de anatomie van de hersenen.
Je kunt beschrijven waar de hersenen uit bestaan en wat hun functies zijn.
Je kunt beschrijven waaruit grijze stof in het zenuwstelsel bestaat en waaruit witte stof bestaat.
Slide 2 - Slide
Waar bestaat het uit?
Grote hersenen (cerebrum)
Kleine hersenen (cerebellum)
Hersenstam (truncus cerebri)
Slide 3 - Slide
Functie hersenen
Het opnemen van alle informatie, van binnen en buiten. Bijv. dorst hebben of horen van vuurwerk.
Het reageren op prikkels.
Het controleren van de samenwerking tussen de organen.
Slide 4 - Slide
Grote hersenen (cerebrum)
Denken, geheugen, taal, vrijwillige bewegingen, en bewuste waarnemingen.
Verantwoordelijk voor intelligentie, planning, en creativiteit.
Bestaat uit:
Linker hemisfeer
Rechter hemisfeer
Slide 5 - Slide
Kleine hersenen (cerebellum)
Coördinatie van bewegingen
Helpt om soepel te bewegen
Evenwicht bewaren.
Slide 6 - Slide
De hersenstam (truncus cerebri)
De middenhersenen. De bewegingen die spieren maken, worden hier gecoördineerd.
De pons. De pons bestaat uit zenuwen en verbindt de controlegebieden in het verlengde merg met de kleine hersenen;
Het verlengde merg (medulla oblongata). Hierin liggen veel verschillende gebieden met heel veel zenuwen. Deze zenuwen besturen de basisfuncties van je lichaam, zoals je ademhaling en je bloeddruk.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
De kleine hersenen
De hersenstam
De grote hersenen
In dit deel van de hersenen liggen belangrijke centra voor de ademhaling, de temperatuurregeling en het regelen van de bloeddruk.
Dit deel van de hersenen speelt een belangrijke bij de samenwerking van verschillende spiergroepen
In dit deel van de hersenen liggen de functies zoals spraak, gehoor, reuk, voelen en denken
Slide 10 - Drag question
Hersenweefsel
Grijze stof (cortex)
bestaat uit zenuwcellen
(informatie verwerking)
Witte stof
verbinding tussen zenuw-
cellen
Slide 11 - Slide
Hersenvliezen (meninges)
Vliezen die het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) omsluiten. Dient ter bescherming van de hersenen.
harde hersenvlies (dura mater)
spinnenwebvlies (arachnoidea)
zachte hersenvlies (pia mater)
Slide 12 - Slide
Het hersenvocht (liquor)
Beschermen van het hersenweefsel
Vervoeren van voedingsstoffen
Afvoeren van afvalstoffen
Hersenvocht zit in:
subarachnoïdale ruimte (tussen spinnenwebvlies en zachte hersenvlies)
hersenkamers (2 zijventrikels, 3e ventrikel en 4e ventrikel)
De plexus choroïdeus maakt de hersenvloeistof uit bloed.
Slide 13 - Slide
De hersenzenuwen
Uit je hersenen en je ruggenmerg komen zenuwen.
De zenuwen die uit je hersenen komen, gaan bijna allemaal naar je gezicht. (12 hersenzenuwen aan elk kant)
De zenuwen die uit je ruggenmerg komen, gaan naar je armen, benen en romp (organen).
Slide 14 - Slide
Concentratiemoment
Opdracht hersenen
Verwerking informatie en leerdoelen
Samenvatten
e-learning 9.2.1 t/m 9.2.5 (huiswerk)
Slide 15 - Slide
Les 2 De hersenen
Slide 16 - Slide
Programma
Lesdoelen
Herhaling vorige les
Opdracht hersenen bespreken
Slide 17 - Slide
Lesdoelen
Je hebt inzicht in de anatomie van de hersenen.
Je kunt beschrijven waar de hersenen uit bestaan en wat hun functies zijn.
Slide 18 - Slide
Hoe heet het grootste deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor denken, waarneming en bewuste bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Hersenstam
C
Grote hersenen
D
Limbisch systeem
Slide 19 - Quiz
Welke kwab in de hersenen is betrokken bij visuele verwerking?
A
Frontale kwab
B
Pariëtale kwab
C
Temporale kwab
D
Occipitale kwab
Slide 20 - Quiz
Welke functie wordt voornamelijk geregeld door de kleine hersenen (cerebellum)?
A
Spraak
B
Coördinatie en balans
C
Geheugen
D
Ademhaling
Slide 21 - Quiz
Wat is de belangrijkste functie van de hersenstam?
A
Regelen van emoties
B
Controle van vitale functies zoals ademhaling en hartslag
C
Gezichtsherkenning
D
Leren en geheugen
Slide 22 - Quiz
Wat gebeurt er in de hersenen tijdens een reflex?
A
Het signaal wordt verwerkt in de hersenstam.
B
Het signaal bereikt de hersenschors voordat je reageert.
C
Het signaal wordt rechtstreeks via het ruggenmerg doorgestuurd.