M2B_unit4_lesson4_13032019

Unit 4: Worldwide
Iesson 4: Blood, sweat and...
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Unit 4: Worldwide
Iesson 4: Blood, sweat and...

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Today
  • Telefoons weg, boeken op tafel
  • lesson 4: blood, sweat and ...
  • tag questions..

Slide 3 - Slide

WHAT ARE TAG QUESTIONS?
De tag questions gebruik je in het Nederlands als je hè, toch of nietwaar gebruikt.
Met een tag question maak je van een gewone zin, een vragende zin.
Je doet het door de persoon en het werkwoord te herhalen. 

She is a horrible person.

She is a horrible person, isn't she?


Slide 4 - Slide

WHAT ARE TAG QUESTIONS?

Is de hoofdzin bevestigend dan is de tag ontkennend.
             Vb. He is good, isn't he?
             Is de hoofdzin ontkennend dan is de tag bevestigend.
             Vb. He isn't good, is he?

Slide 5 - Slide

Tag questions
2 Staat er is/am/are/has/have in de hoofdzin? herhaal dat in de tag question!
She has a car, hasn't she?
We aren't smart, are we?
Maar let op: I am rich, aren't I ?
3.Doe dat ook als het in de verleden tijd staat! was/were/had
I was really happy then, wasn't I?

Slide 6 - Slide

Tag questions
3. Staat er een hulpwerkwoord in de hoofdzin? (Can/will/should): Herhaal die in de tag question!
He can leave now, can't he?
LET OP: You will help us, won't you

Slide 7 - Slide

Tag questions
4. Staat er een gewoon werkwoord in de hoofdzin?
Gebruik dan do/does (tegenwoordige tijd) of did (verleden tijd)
We walked to school, didn't we?
He doesn't play football, does he?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Homework
Make handout!

Slide 10 - Slide