Kgs Les 3 - Jaar 9 Uitleg Voorstellingsaspecten

Kgs Jaar 9 Les 3
Uitleg voorstellingsaspecten
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Kgs Jaar 9 Les 3
Uitleg voorstellingsaspecten

Slide 1 - Slide

Hulpwoorden
 Weet je de hulpwoorden nog?
Landschap, stilleven, en face, en profiel, geënsceneerd, houding, gebaar, gezichtsuitdrukking, naar de fantasie/naar de waarneming

Slide 2 - Slide

Sleepvraag
Sleep de afbeeldingen naar de goede hulpwoorden op de volgende slide.



Slide 3 - Slide

Landschap
geënsceneerd

Houding

Gebaar

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Het schilderij op is naar de fantasie geschilderd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Tip: Je kunt steeds heen en weer in dit programma om een afbeelding nog iets beter te bekijken. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De foto op de vorige slide is zowel enface als en profiel. Leg uit waarom

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Geef een volledige omschrijving.

Slide 11 - Open question

Welk hulpwoord kan je gebruiken voor deze afbeelding?

Slide 12 - Open question

Voorstellingsaspecten
Vandaag ga je de voorstellingsaspecten leren.
Een voorstellingsaspect is bijvoorbeeld.
"De denkende man"

Slide 13 - Slide

Uitleg I

Je gaat nu leren vragen te beantwoorden met voorstellingsaspecten.

Omdat voorstellingsaspect een moeilijk woord is maken we dit woord altijd blauw zodat het goed herkenbaar is. 

Slide 14 - Slide

Uitleg I
 
We gaat nu steeds één opvallend ding noemen uit de voorstelling. 

Een ander woord voor ‘ding’ is aspect daarom noemen we ‘een ding uit de voorstelling’ een voorstellingsaspect



Slide 15 - Slide

Voorbeeld I

Vraag: Noem een voorstellingsaspect.
Antwoord: Het portret

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide


Nu jij: Noem een voorstellingsaspect van de vorige afbeelding.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide


Nog een keer: Noem een voorstellingsaspect van de afbeelding.

Slide 20 - Open question

Uitleg II
Nu gaan we een stap verder:
Een voorstellingsaspect mag vanaf nu nooit uit 1 woord bestaan.
Gebruik dus een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. 

Bijvoorbeeld: "De Gekke hoed"  

(Gekke = Bijvoeglijk naamwoord
Hoed = zelfstandig naamwoord)

Slide 21 - Slide

Uitleg II

Om een voorstellingsaspect op te schrijven kan je soms een hulpwoord gebruiken. 

Bijvoorbeeld: "Het grote landschap"  

(Grote = Bijvoeglijk naamwoord
Landschap = zelfstandig naamwoord)



Slide 22 - Slide

Voorbeeld II

Vraag: Noem een voorstellingsaspect.
Antwoord: Het en profiel portret
Of De grote hoed

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide


Nu jij: Noem een voorstellingsaspect bestaande uit 2 woorden. 

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide


Noem een voorstellingsaspect bestaande uit twee woorden

Slide 27 - Open question

Uitleg II

Nu ga je met een  voorstellingsaspect antwoord op een vraag geven. 

Er komt 1 regel bij: Je mag geen kleuren noemen in je antwoord. 


Slide 28 - Slide

Voorbeeld II

Vraag: Waaraan zie je dat de vrouw rijk is?
Antwoord: De dure kleren


Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide


Aan welk voorstellingsaspect zie je dat de ruiter en het paard bewegen? Antwoord met 2 woorden

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide


Door welk voorstellingsaspecten zie je dat het bos eng is? Antwoord met twee woorden

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide


De mensen zien er feestelijk uit. Aan welk voorstellingsaspect zie je dat? Antwoord met twee woorden

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

Waardoor werken de klokken waarschijnlijk niet?
A
De wijzers
B
De berg
C
De lopende mieren
D
De gesmolten klokken

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

.
Noem een voorstellingsaspect waaraan je ziet dat de dames zijn gaan shoppen.
A
De oranje tassen
B
Het vele water
C
De schreeuwende gezichten
D
De grote tassen

Slide 39 - Quiz

Je kunt nu een vraag beantwoorden met een voorstellingsaspect! 

Slide 40 - Slide

Herhaling van deze les: 

Een ander woord voor ‘ding’ is aspect daarom noemen we ‘een ding uit de voorstelling’ een voorstellingsaspect.

Een voorstellingsaspect geeft antwoord op een vraag en bestaat altijd uit twee woorden. (maar geen kleur)

Bv. Waaraan zie je rijkdom? De vele sieraden. 

Slide 41 - Slide

Volgende keer in Lesson Up!
Digitale toets over:
- De voorstelling omschrijven
- Hulpwoorden gebruiken
- Antwoord geven met voorstellingsaspecten
(Zie magister)

Slide 42 - Slide