Leenwoorden

Leenwoorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Leenwoorden

Slide 1 - Slide

Wat is een leenwoord?
A
knop
B
tissue
C
piano
D
raam

Slide 2 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
Presenteerblad
B
Gerecht
C
Chocoladetaart
D
Brasserie

Slide 3 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
woorden die we overgenomen hebben uit een andere taal
C
woord dat we uit een andere taal overgenomen hebben
D
ouderwets woord, woord dat we niet meer gebruiken

Slide 4 - Quiz

Wat is GEEN leenwoord
A
courgette
B
slow-motion
C
trottoir
D
poriën

Slide 5 - Quiz

Wat is geen leenwoord?
A
garage
B
kassa
C
wc
D
deur

Slide 6 - Quiz

Uit welke taal zijn de onderstaande leenwoorden afkomstig?
Arabisch
Duits
Frans
Engels
Latijn
matras, koffie, caravan
föhn, ober, sowieso
chauffeur, horloge, ambulance
flat, team, baby
museum, agenda,
datum

Slide 7 - Drag question

Team
Keeper
Gitaar
Balpen
Laptop
Engels leenwoorden
 Geen leenwoorden

Slide 8 - Drag question

Frans leenwoord
Geen Frans leenwoord
diner
privacy
e-mail
confetti
croissant
chique
trottoir
bouillon
sale
paella

Slide 9 - Drag question

Engels leenwoord
Geen Engels leenwoord
maillot
sushi
bagage
bloknote
laptop
maffia
design
t-shirts
trottoir
sale

Slide 10 - Drag question

Komen de leenwoorden uit het Engels of uit het Frans?
FRANS
ENGELS
DUITS
maillot
première
lipstick
sandwich
mayonaise
controle
schnitzel
bockbier
abseilen

Slide 11 - Drag question