activeren voorkennis benoemen zijden driehoek bij tangens K3 H8

Activeren voorkennis nodig voor het kunnen gebruiken van de tangens.  
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Activeren voorkennis nodig voor het kunnen gebruiken van de tangens.  

Slide 1 - Slide

Herken de recht- hoekige driehoek. 
Het gebruiken van een tangens kan alleen als je een rechthoekige driehoek ziet. 
Stap 1 is dus het herkennen van een rechte hoek. 

Slide 2 - Slide

Welke hoek is de rechte in driehoek ABC?
A
A
B
B
C
C

Slide 3 - Quiz

Welke hoek is de rechte in driehoek KLM?
A
K
B
L
C
M

Slide 4 - Quiz

Welke hoek is de rechte in driehoek PQR?
A
P
B
Q
C
R

Slide 5 - Quiz

Welke hoek is de rechte in driehoek XYZ? Denk aan de hoofdletter voor een hoekpunt.

Slide 6 - Open question

Herken de recht- hoekzijdes
Om goed de tangens te kunnen gebruiken moet je de rechthoekzijdes kunnen benoemen. Dus stap 2 herken de rechthoek-zijdes. 
De rechthoekzijdes zijn de zijdes die de rechte hoek maken. De rode lijnen maken de rechte hoek. Dat zijn de rechthoek zijdes.

Slide 7 - Slide

Welke zijdes zijn de rechthoekzijdes in driehoek ABC?
A
AB en BC
B
BC en AC
C
AB en AC

Slide 8 - Quiz

Welke zijde is de lange of schuine zijde in driehoek ABC?
A
AB
B
BC
C
AC

Slide 9 - Quiz

Welke zijdes zijn de rechthoekzijdes in driehoek KLM?
A
KL en LM
B
LM en KM
C
KM en KL

Slide 10 - Quiz

Welke zijde is de lange of schuine zijde in driehoek KLM?
A
KL
B
LM
C
KM

Slide 11 - Quiz

Welke zijdes zijn de rechthoekzijdes in driehoek PQR?
A
QR en PQ
B
PR en QR
C
PQ en PR

Slide 12 - Quiz

Welke zijde is de schuine zijde in driehoek PQR?
A
QR
B
PR
C
PQ

Slide 13 - Quiz

Welke zijde is de lange of schuine zijde in driehoek XYZ? Denk aan de hoofdletter voor een hoekpunt.

Slide 14 - Open question

Herken de overstaande rechthoekzijde en de aanliggende rechthoekzijde
Nu je goed de rechthoekzijdes kan benoemen gaan we verder naar stap 3. Om met de tangens een hoek te berekenen moet je weten welke van rechthoekzijde de aanliggende rechthoek zijde (a) en welke rechthoekzijde de overstaande rechthoekzijde (o) is. Je gaat om een hoek te berekenen met de tangens namelijk de overstaande rechthoek zijde delen door de aanliggende rechthoek zijde. 
In de driehoek hiernaast moet je berekenen met de tangens hoeveel graden hoek B is.  AC en AB zijn de rechthoekzijdes en BC de lange zijde. Nu ga je vanuit B naar de overkant (volg de gele pijl).; dit is dan de overstaande rechthoekzijde. De rechthoek zijde die van A naar B loopt is de aanliggend. e rechthoekzijde

Slide 15 - Slide

Zijde KL en LM zijn de rechthoekzijdes. Welke van deze zijde is de overstaande rechthoekzijde als je hoek K zou willen berekenen?
A
KL
B
LM
C
KM

Slide 16 - Quiz

Zijde QR en PR zijn de rechthoekzijdes. Welke van deze zijde is de overstaande rechthoekzijde en welke is de aanliggende rechthoekzijde als je hoek P zou willen berekenen?
A
PR = aanliggende rechthoekzijde QR = de overstaande rechthoekzijde
B
QR= aanliggende rechthoekzijde PQ = de overstaande rechthoekzijde
C
PQ= aanliggende rechthoekzijde QR = de overstaande rechthoekzijde
D
QR = aanliggende rechthoekzijde PR= de overstaande rechthoekzijde

Slide 17 - Quiz

Zijde XZ en YZ zijn de rechthoekzijdes. Welke van deze zijde is de aanliggende rechthoekzijde als je hoek Y zou willen berekenen?

Slide 18 - Open question

Zijde AB en AC zijn de rechthoekzijdes. Welke van deze zijde is de overstaande rechthoekzijde als je hoek C zou willen berekenen?

Slide 19 - Open question