Communicatie en gesprekstechnieken 2 lessen

Communicatie en gesprekstechnieken
- Wat verstaan we onder communiceren?
- Hoe verloopt communicatie?
- Het verschil tussen schriftelijk en mondelinge communicatie
- De kunst van vragen stellen 
Communicatie MZ
Thema 1: hoofdstuk 1
Thema 2: hoofdstuk 5



1 / 49
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Communicatie en gesprekstechnieken
- Wat verstaan we onder communiceren?
- Hoe verloopt communicatie?
- Het verschil tussen schriftelijk en mondelinge communicatie
- De kunst van vragen stellen 
Communicatie MZ
Thema 1: hoofdstuk 1
Thema 2: hoofdstuk 5



Slide 1 - Slide

wat versta je onder communiceren?

Slide 2 - Mind map

Wat is communicatie?

Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander.

 



Communicatie is niets anders dan informatieoverdracht.

Slide 3 - Slide

Communicatie vormen:
eenzijdige communicatie:
ontvanger heeft geen mogelijkheid om te reageren;
tweezijdige communicatie:
ontvanger heeft wel de mogelijkheid om te reageren;
meerzijdige communicatie:
vorm van communicatie waarbij er meerdere ontvangers zijn die direct kunnen reageren;

Slide 4 - Slide

Communicatie vormen
verbale communicatie:
communicatie waarbij iemand met woorden de informatie overbrengt;
non-verbale communicatie:
alle communicatie die niet via woorden verloopt.

Slide 5 - Slide

Waar kan er miscommunicatie ontstaan?

Slide 6 - Slide

Kraak de code
De studenten komen in een kring staan. 1 student gaat naar de gang. De studenten krijgen de opdracht om hardop samen tot dertig te tellen. Maar mogen dit niet om de beurt naast elkaar. Ze bedenken een systeem hoe zij zonder te praten aan elkaar duidelijk kunnen maken wie welk getal (of volgende getal) mag zeggen.
Dan komt de student van de gang en moet er achter zien te komen wat de afspraak is, hoe iemand weet welk getal hij of zij moet zeggen/ wat is er afgesproken. Het enige dat de student vooraf weet is dat de studenten tot 30 gaan tellen op een afgesproken manier. Wat is de afspraak?

Slide 7 - Slide

Termen communicatie
zender diegene die informatie verstuurt (persoon);
boodschap datgene wat wordt overgebracht ("...");
ontvanger naar wie de boodschap gaat (een of meer personen);
feedback de directe of indirecte reactie die je krijgt op de verzonden informatie ("...");
coderen omzetten van gedachten en gevoelens in woorden/lichaamstaal/beelden;
decoderen omzetten van woorden/lichaamstaal/beelden in betekenis;
ruis communicatiestoring waardoor de boodschap niet goed overkomt.

Slide 8 - Slide

Verbaal: Communicatie waarbij je woorden gebruikt.
Mondeling/ schriftelijk
Mondeling: communicatie waarbij je woorden uitspreekt.
meer tweerichtingsmogelijkheden;
moeilijk te bewaren;
persoonlijker;
minder bewijskracht;
Kost meestal meer tijd
Schriftelijk: Communicatie waarbij je woorden op schrift zet.
minder tweerichtingsmogelijkheden;
makkelijk te bewaren;
onpersoonlijker ;
meer bewijskracht;
Kost meestal minder tijd.

Slide 9 - Slide

Wat zijn goede vragen?

Slide 10 - Open question

Om welke reden zijn goede vragen stellen van belang?

Slide 11 - Open question

Wat betekent gesprekstechniek?

Slide 12 - Mind map

De kunst van het vragen stellen:
Oefening:
1 persoon begint met een situatie te beschrijven. De andere gaan vragen aan degene stellen.
Welke soort vragen hebben de observatoren gehoord?

Slide 13 - Slide

Openvragen
Wat, waar, wie, hoe, wanneer, maar beter geen waarom!
"Wat heb je vandaag gedaan?"
"Hoe vond je het om dat te doen?"
"Op welke manier heb je dat gedaan?"

Slide 14 - Slide

Gesloten vragen
Waar je als antwoord ja/nee op kan geven.
"Was het leuk?"
"Vond je dat moeilijk?"
"Ging het goed?"

Slide 15 - Slide

Open vraag
Geslotenvraag
Ben je op vakantie geweest?
Vond je de les ook saai
gaat het goed?
Wat heb je vandaag gedaan?
Vind je openvragen stellen moeilijk?
Hoe ben je hier gekomen?

Slide 16 - Drag question

Doorvragen
Vraag door op het antwoord dat je krijgt op je vorige vraag.

"Waarom vond je het goed gaan?"
"Wat vond je dan precies moeilijk?"
"Hoe komt het dat je voor die oplossing hebt gekozen?"

Slide 17 - Slide

Wat is een suggestieve vraag

Slide 18 - Open question

Zet ze om van suggestief naar openvragen 
Vind jij Tessa ook zo'n rare meid?
Korfbal is niks aan, vind jij ook niet?
We gaan maar niet naar de Chinees hè?
Marokko is een fantastisch land, vind je ook niet?

Slide 19 - Slide

stel aan de hand van deze passage een reflecterende vraag
Ik heb niet zo'n zin om naar de Film te gaan en doner te eten. Vorige week hebben we ook al doner gegeten.
En, ik vind het al helemaal niet gezellig om daar echt te gaan zitten eten. Dan haal ik het liever op en eten we thuis, bij de buis.
Als we dan toch iets halen, waarom de pizzabrommer niet bellen? Dan kunnen we misschien sowieso thuis blijven.
Er komt een spannende thriller op tv.
Ach, het maakt me eigenlijk niet uit; als we maar gezellig bij elkaar zijn, beslis jij maar.’

Slide 20 - Slide

Oefenen in 4-tal:
De zender bedenkt een spreekwoord en maakt deze duidelijk aan de ontvanger d.m.v. gebaren.

Als de ontvanger het begrepen heeft wordt hij zender.
Nu maakt hij ook een zin duidelijk d.m.v. gebaren.
De laatste van het 4 tal zegt het hardop


Slide 21 - Slide

Les 2 communicatie

Wat weten we nog?
Welke soort vragen zijn er?


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Non verbale communicatie
non-verbale communicatie d.m.v.
stem (volume, intonatie, toon)
uiterlijk (manier waarop je je kleedt, haardracht, sierraden)
lichaamshouding  (motoriek, hoe je je beweegt)
gebaren (knikken ter begroeting, de middelvinger)
gezichtsuitdrukking (blozen, lachen, huilen, fronsen)
deze laatste hebben we het minst onder controle)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Link

Slide 49 - Slide