- Chaos (schreeuwen, gillen).
- Stiften door het lokaal.
- Zomaar aan het bord zitten.
- Bonken op de muren en ramen.
- Nare opmerkingen naar elkaar.
Totdat we ons weer normaal kunnen gedragen, gebruiken we de plattegrond en is het 2e streepje meteen de nablijven.