Weer en klimaat par 1.3 Nederland

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 4

Het klimaat en weer in Nederland

Par. 1.3

Even herhalen

 wat je al weet.

Wat zijn de 4 weerelementen?

Weerselementen

het weer bestaat uit de volgende 4 weerselementen:

• 
  
• 
  
• 
  
• 
  

Welke 5 temperatuursfactoren beïnvloeden het klimaat?

De 5 temperatuurfactoren of

klimaatfactoren.

Welke van de 5 temperatuurfactoren spelen een rol bij de temperatuur van Nederland?

1. de zon en de breedteligging
2. de ligging van het gebergte en de hoogteligging
3. de breedteligging en hoogteligging
4. breedteligging gesteld- heid aardoppervlak, warmtetransport water

Luchtdruk en de invloed hiervan op het weer

Meet luchtdruk 

en daarmee ook het weer!

Dit is een barometer: het instrument om luchtdruk mee te meten. Wanneer de barometer verandert, komt er ander weer.

Wat is luchtdruk?

• Luchtdruk => het gewicht van de lucht dat op de aarde drukt. 1 liter lucht weegt o,oo3 gram.
  
• Meten => barometer
• Eenheid => hectopascal (hPa), millibar (Mb)
  
  
• Je hebt hoge drukgebieden en lage drukgbieden

Weerkaart met isobaren: Hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen, hoe harder het waait.

Op deze kaart zie je isobaren, kun jij aangeven waar een hoge- en waar aan lagedrukgebied ligt in Europa?

Windrichting: 

Bij L -> wind stroomt er naartoe

Bij H -> wind stroomt er vanaf

Isobaren

 Isobaren zijn lijnen die plaatsen met dezelfde luchtdruk verbinden.

Hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen, hoe groter het drukverschil en dus hoe sterker de wind; hoe verder ze uit elkaar liggen, hoe zwakker de wind. 

Hoge luchtdruk 

Hoge druk = dalende lucht!!!!

Symbool op de kaart = H

Getal groter dan 1000 = H

Welk weertype hoort bij H?

- helder rustig weer

- geen bewolking want dalende lucht

- warm in de zomer

- koud in de winter

Lage luchtdruk

Lage druk = stijgende lucht !!!!

Symbool op de kaart = L

Getal < 1000 = L

Welk weertype hoort bij L?

- wolken

- neerslag want stijgende lucht

- koel in de zomer

- zacht in de winter

Ballonvaarders

Barometer

Stijgende luchtdruk, dan beter stabieler weer.

Dalende luchtdruk, dan slechter weer. Veel kans op neerslag.

Het weer als de luchtdruk verandert..

Onthouden: Lucht stroomt ALTIJD van H naar L 

                   Dit is => wind!!!!

Onthouden: Hoe groter het verschil in luchtdruk, 

hoe harder het waait.

Hoe zie je dat op een weerkaart? 

=> isobaren

home.kpn.nl

Overgangsfase water

           Onthouden:

                                                Grote kringloop: neerslag boven het land.

                   Kleine kringloop: neerslag direct boven de zee/oceaan.

Lucht: kan maar beperkte hoeveelheid waterdamp bevatten.

Verzadigde lucht: 100 % waterdamp.

Natte lucht: meer waterdamp en hogere luchtvochtigheid dan droge lucht.

Stijgingsregen

Warme lucht stijgt op -> koelt af -> condensatie -> het regent.

Dit soort neerslag komt in het warme binnenland van Spanje voor. Omdat het zo warm is, verdampt de neerslag snel...

Frontale neerslag

Warme en koude lucht botsen tegen elkaar -> koude lucht is zwaar en de warme lucht is gedwongen op te stijgen. Als warme lucht opstijgt, koelt hij af. Hierdoor ontstaan er wolken en gaat het regenen.

Frontale regen komt veel veel in Nederland. Wij liggen aan zee en  hebben geen bergen. Wel komt de wind bijna altijd uit het zuidwesten.

Een front = plek waar warme en koude lucht elkaar tegenkomen.

Onthouden: Neerslag en regen

  3 soorten neerslag:       1. regen     2. hagel     3. sneeuw

3 soorten regen:

1. stuwingsregen: lucht moet stijgen bij reliëf

2. stijgingsregen: gevolg van opstijgen warme lucht, in tropen

3. frontale regen: koude en warme lucht botsen. Warme lucht koelt af.

Tekst

Nu aan het werk met par 1.3!!