Hoofdstuk 12 Elektriciteit

Hoofdstuk 12 Elektriciteit
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 12 Elektriciteit

Slide 1 - Slide

Paragraaf 1 Stroom en spanning
Leerdoelen
12.1.1 Je kunt uitleggen hoe je de stroomkring door een apparaat opent en sluit.
12.1.2 Je kunt beredeneren in welke richting de stroom door een stroomkring beweegt.
12.1.3 Je kunt uitleggen of een diode de stroom doorlaat of tegenhoudt.
12.1.4 Je kunt uitleggen hoe je een led in een schakeling aansluit.
12.1.5 Je kunt berekeningen uitvoeren met de capaciteit, de stroomsterkte en de tijd.
12.1.6 Je kunt berekeningen uitvoeren met het vermogen, de spanning en de stroomsterkte.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Hoe komt het dat het lampje (niet) brandt?

Slide 4 - Slide

Schakelschema van een open stroomkring
Schakelschema van een gesloten stroomkring

Slide 5 - Slide

Drukschakelaar
Drukschakelaar in schakelschema

Slide 6 - Slide

batterijen/accu's
Als een stroombron een constante spanning kan leveren noem je een gelijkspanning.

Als je batterijen of accu's achter elkaar plaats is de totale spanning alle geleverde spanningen bij elkaar opgeteld en dit is een gelijkspanning.

Stroom loopt altijd van plus naar min.

Slide 7 - Slide

Je hebt 6 accu's van 2 Volt in serie geschakeld hoeveel is de totale spanning?

Slide 8 - Open question

Diode
Een Diode laat stroom maar in één richting door.

Het is dus belangrijk dat je hem goed aansluit want stroom kan er anders niet door. 

Slide 9 - Slide

Diode: led
Een led is een diode die licht uitzendt (led = light emitting diode).

Als je een led aansluit moet de lange poot op de plus en de korte poot op de min kant.


Slide 10 - Slide

Capaciteit
Een batterij en accu kan opraken. 

 Hoelang een batterij of accu stroom kan leveren hangt af van de capaciteit. 

Grootheid: Capaciteit 
Eenheid: Ah (ampère uur)

Slide 11 - Slide

Capaciteit

c=I *t

c de capaciteit in ampère-uur (Ah)
I de stroomsterkte in ampère (A)
t de gebruikstijd van de batterij in uren (h)

Slide 12 - Slide

Een leeslampje kan 20 uur werken op een batterij van 1600 mAh.
Bereken de stroomsterkte door het lampje.

Slide 13 - Open question

Elektrisch vermogen
De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde opneemt, noem je elektrisch vermogen.

vermogen = spanning × stroomsterkte
P = U ∙ I

 P het elektrisch vermogen van het apparaat in watt (W)
U de spanning over het apparaat in volt (V)
 I de stroomsterkte door het apparaat in ampère (A)

De formule voor het elektrisch vermogen 
 wordt vaak gebruikt in combinatie met de formule E = P ∙ t. 
Je rekent eerst het vermogen uit met P = U ∙
 en daarna het (elektrisch) energieverbruik.
E elektrische energie in kWh of J

Slide 14 - Slide

Hamid heeft een proef uitgevoerd met een ventilator uit een computer. Als de ventilator op de juiste spanning (4,3 V) werkt, geeft de stroommeter een stroomsterkte van 48 mA aan.
Bereken hoeveel elektrische energie de ventilator in één minuut verbruikt.

Slide 15 - Open question

huiswerk

Opdracht 1 tot en met 14

BLZ 14-20

Slide 16 - Slide