De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde opneemt, noem je elektrisch vermogen.
vermogen = spanning × stroomsterkte
P = U ∙ I
P het elektrisch vermogen van het apparaat in watt (W)
U de spanning over het apparaat in volt (V)
I de stroomsterkte door het apparaat in ampère (A)
De formule voor het elektrisch vermogen
wordt vaak gebruikt in combinatie met de formule E = P ∙ t.
Je rekent eerst het vermogen uit met P = U ∙
en daarna het (elektrisch) energieverbruik.
E elektrische energie in kWh of J