Thema 4_Gedrag_Herhaling_4.1 en 4.2_maart 2024_25 maart

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

4.1 - Prikkels en gedrag

12 vragen

Wat is gedrag?

1. Alles wat een mens of dier doet
2. Een verandering in de omgeving of in het lichaam
3. Opmerken van een verandering in de omgeving
4. Veranderen van gedrag na een prikkel

Wat is een voorbeeld van gedrag?

1. Het verteren van je eten in je darmen
2. Je hoort iemand je naam roepen
3. Het kloppen van je hart
4. Je schopt tegen een bal aan

Wel of geen gedrag?

Sleep de stukjes tekst naar de juiste plaats.

Geen gedrag

Wel gedrag

Een appel valt van een boom.

Een baby slaapt.

Een bliksem slaat in de grond.

Een kip legt een ei.

Een plant bloeit.

Kaya bloost wanneer ze Marc ziet

1. Je ziet de bal aankomen 4. Je roept je vriend
2. Je hoort je naam roepen 5. Je schopt tegen de bal
3. Je voelt je angstig 6. Je hebt honger

Wat zijn uitwendige prikkels?

1. 1,2 3 en 4
2. 2,3 4 en 6
3. 3 en 6
4. 1 en 2

1. Je voelt dat je moet poepen 2. Een vogel zingt een lied
3. Een baby drinkt melk 4. Een kat ziet een muis
5. Dorst hebben 6. Verliefd gevoel

Wat zijn inwendige prikkels?

1. 1, 5 en 6
2. 2, 3 en 4
3. 1, 2 en 4
4. 2, 5 en 6

1. Je ruikt een vieze geur
2. Een mannetjeshond maakt een geurspoor met zijn plas
3. Een mannetjeszwaan doet een paringsdans
4. Je voelt je misselijk
5. Een tijger ziet zijn prooi

Wat is gedrag?

1. nummers 1 en 4
2. nummers 1, 3 en 4
3. nummers 2 en 3
4. nummers 2, 3 en 5

Een prikkel die je waarneemt met je zintuigen is een

1. inwendige prikkel
2. uitwendige prikkel
3. zintuigprikkel
4. overdreven prikkel

een klein stukje gedrag noem je een

1. uitwendige prikkel
2. reactie
3. inwendige prikkel
4. handeling

Wanneer je een dier observeert en je maakt een lijst van wat hij doet dan noem je dat een

1. diagram
2. turflijst
3. ethogram
4. tabel

Wat weet je na het bekijken van een turflijst

1. hoe lang elke handeling duurt
2. of het dier zich op zijn gemak voelde
3. welke handeling het dier het vaakst doet
4. in welke volgorde het gedrag altijd gebeurt

Hoe heet dit?

1. Protocol
2. Ethogram
3. Tabel
4. Turflijst

5. Hoe noem je een prikkel die altijd dezelfde reactie oproept?

4.2 - Leren

12 vragen

Een aapje doet zijn vader na door ook een noot te wassen in het meertje Deze vorm van leren heet

1. Imiteren
2. oefenen
3. Inzicht
4. aangeboren gedrag

Een duif tikt op een rode knop en krijgt dan een voedselbrokje
Deze manier van leren heet

1. Imiteren
2. oefenen
3. Inzicht
4. aangeboren gedrag

Een jong vogeltje, met dichte oogjes opent zijn bekje wanneer hij het nest voelt trillen. Dat is

1. Imiteren
2. Oefenen
3. Inzicht
4. aangeboren gedrag

Deze makaak wast als eerste aardappels in de rivier. Dit is een voorbeeld van leren door...

1. Imiteren
2. Oefenen
3. Inzicht
4. aangeboren gedrag

Een rat loopt door een doolhofje waar door een bioloog voedsel is verstopt. De rat vindt het voedsel na elke nieuwe poging steeds sneller.
Dit heet leren door................

1. Imiteren
2. oefenen
3. Inzicht
4. aangeboren gedrag

Aangeboren (erfelijk)

Aangeleerd

melk zuigen door baby's

pianospelen

vliegen van vogels

praten van een peuter

zwemmen door vissen

Hieronder staan voorbeelden van gedrag. 

Is er sprake van aangeboren  of  aangeleerd gedrag? 

aangeboren gedrag

 aangeleerd gedrag

Een baby zuigt melk bij de moeder.

Een hond zwemt.

Een kat gebruikt een kattenluikje om naar binnen en naar buiten te gaan.

Een kat rent achter een muis aan.

Een meisje speelt gitaar.

Een papegaai zegt "hallo".

Een baby gansje leert gelijk na het uitkomen uit het ei wie zijn moeder is.
Hoe heet deze vorm van leren?

1. Inprenten
2. Conditionering
3. Oefenen
4. Imitatie

Je wilt je hond trainen om door een hoepel te springen en je beloont hem met hondenkoekjes.
Hoe heet deze vorm van leren?

1. Inprenten
2. Conditionering
3. Oefenen
4. Imitatie

Een kat komt altijd op zijn pootjes terecht... Hoe heet zo'n reactie met een moeilijk woord?

Wat is inprenten?

1. Leren door na te doen
2. Leren door ervaring
3. Leren in een korte gevoelige periode
4. Leren om te overleven

Welk gedrag zorgt voor bescherming tegen gevaarlijke situaties?

1. Inprenten
2. Inzicht
3. Reflexen
4. Intelligentie

Welke paragraaf vind je het moeilijkste?

1. 4.1 - Prikkels en Gedrag
2. 4.2 - Leren

Welke leermanier ga jij straks bij jouw gekozen paragraaf toepassen?

1. 10 Flitskaarten van begrippen maken
2. 10 Meerkeuzevragen maken (met antwoord)
3. 10 Openvragen maken (met antwoord)
4. Eigen idee (bespreek dit met de docent)

Werk je hierbij graag:

1. Alleen
2. Tweetal
3. Drietal

Aan de Slag!

Kies: 4.1 - Prikkels en Gedrag of 4.2 - Leren

Kies jouw leermanier:

1. Maak 10 flitskaarten van de begrippen
2. Maak 10 meerkeuzevragen (met antwoorden)
3. Maak 10 openvragen (met antwoorden)
4. Eigen idee (bespreek dit met de docent)

Alleen of Twee/Drietal