12.4

Welkom! 
Welkom
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Welkom

Slide 1 - Slide

Welkom! 
Planning:
Opstarten
05 min
Opdracht 91 klassikaal bespreken
05 min
Uitleg Versnellen en vertragen (12.4 deel 1)
15 min
Maken 99 + 100 + 102
10 min
Bespreken opdrachten
05 min
Uitleg Kracht en beweging (12.4 deel 2)
10 min
Huiswerk maken
20 min

Slide 2 - Slide

Planning tot aan SO:
  • Di 11 feb:                 Paragraaf 12.1-1    Soorten bewegingen          
  • Woe 12 feb:           Paragraaf 12.1-2   Reactieafstand, remweg, stopafstand
  • Ma 17 feb:              Paragraaf 12.2-1    Bewegingsenergie & Zwaarte-energie
  • Di 18 feb:                Paragraaf 12.2-2   Behoud van energie
  • Woe 19 feb:           Paragraaf 12.3       Veiligheidsmaatregelen 
                                           VOORJAARSVAKANTIE
  • Ma 3 mrt:                Paragraaf 12.4     Versnellen & Vertragen + Kracht & Beweging
  • Di 4 mrt:                  Paragraaf 12.5    Energie & Botsen
  • Woe 5 mrt:              Toets H12 Paragraaf 1 t/m 5

Slide 3 - Slide

Pak erbij: 
Pen/potlood om na te kijken

We kijken de volgende opdrachten na:
Paragraaf 12.3 opdracht 91


Slide 4 - Slide

Opgave 91

Slide 5 - Slide

Zelfstandig nakijken
  • Wat? Kijk paragraaf 12.1 t/m 12.3 zelfstandig na
  • Hoe? Zie Magister Berichten voor nakijkmodel
  • Tijd? 15 minuten

  • Klaar? Lees paragraaf 12.4 alvast door en maak opdracht 96 t/m 102 + 104 + 106
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Je leert:
  • de versnelling of vertraging van een beweging uitrekenen.

Slide 7 - Slide

Versnelling en Vertraging
Bedenk hoe de snelheid
van de loper tijdens de
beweging verandert?

Slide 8 - Slide

Eenparige beweging
v-t
s-t

Slide 9 - Slide

Versnelde beweging
  • De snelheid neemt toe (wordt groter)
  • De tussenruimte wordt groter
  • De grafiek is een rechte lijn die schuin omhoog loopt.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Versnelling
= de snelheidstoename per seconde


       

Slide 12 - Slide

Berekenen versnelling:
                                            a   = versnelling (m/s2
                                                  v= beginsnelheid (m/s) 
                                                ve  = eindsnelheid (m/s)
                                               v  = snelheidsverschil
a=t(vevb)
a=t(Δv)
Δ

Slide 13 - Slide

even oefenen!
Stan rijdt op zijn racefiets met een snelheid van 25 km/h. Hij versnelt gedurende 5,0 sec. met een versnelling van 0,75 m/s2 

Bereken de eindsnelheid van Stan
 in km/h.
timer
5:00

Slide 14 - Slide

even oefenen!
G: vb= 25 km/h = 6,94 m/s,       a = 0,75 m/s2         t = 5 s
G: ve = ?  km/h

F: 

B:

A: De eindsnelheid van Stan is 38, 48 km/h
a=t(vevb)
0,75=5(ve6,94)
ve=5  0,75 + 6,94=10,69  3,6=38,48

Slide 15 - Slide

Vertraging
 - op dezelfde manier als versnelling
- negatieve waarde!

tenslotte is de eindsnelheid dan kleiner dan de beginsnelheid!
a=t(vevb)

Slide 16 - Slide

even oefenen!
Max rijdt de pits in. In 3 sec. Neemt zijn snelheid af van 150 km/h naar 60 km/h.

Bereken de vertraging van.
timer
5:00

Slide 17 - Slide

even oefenen!
G: vb= 150 km/h = 41,67 m/s,    ve= 60 km/h = 16,67 m/s,          t = 3 s
G: a = ?  m/s2

F: 

B:

A: De vertraging van Max is 8, 33 m/s2 
a=t(vevb)
a=3(16,6741,67)=8,33

Slide 18 - Slide

Aan de slag:
  • Wat? Maak 12.4 opdracht 99 + 100 + 102
  • Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
  • Hulp? Lees 12.4 nogmaals door
  • Tijd? 10 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 12.4 opdracht 96 t/m 98 + 101
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Bespreken 99

Slide 20 - Slide

Bespreken 100

Slide 21 - Slide

Bespreken 102

Slide 22 - Slide

Kracht en beweging
Kracht nodig om een voorwerp in beweging te krijgen 
of af te remmen:


F =m  a
bij een versnelling : F = positief
bij een vertraging: F = negatief

Slide 23 - Slide

even oefenen!
Max crashed in Silverstone met een snelheid van 240 km/h. De massa van de auto is 800 kg. De auto stond na 1,5 s stil.

a. Bereken de vertraging van Max
b. Bereken de kracht (in kN) op de
auto tijdens de crash
timer
7:00

Slide 24 - Slide

even oefenen a!
G: vb= 240 km/h = 66,67 m/s,    ve= 0 km/h = 0 m/s,          t = 1,5 s
G: a = ?  m/s2

F: 

B:

A: De vertraging van Max is 44,45 m/s2 
a=t(vevb)
a=1,5(066,67)=44,45

Slide 25 - Slide

even oefenen b!
G: a = 476,19 m/s2,    m = 800 kg
G: F = ?  kN

F: 

B:

A: De kracht op de auto is 35.560 N = 36 kN
F=m  a
F=800  44,45 =35.560

Slide 26 - Slide

Huiswerk:
  • Wat? Maak 12.4 opdracht 99 t/m 102 + 106 + 109 t/m 111
  • Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
  • Hulp? Lees 12.4 nogmaals door
  • Tijd? Tot einde les
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 12.4 opdracht 96 t/m 98 + 101

Slide 27 - Slide

Een auto rijdt 49 km/h als voor hem het verkeers-licht op rood springt. De bestuurder remt en staat in 2,2 s stil. Bereken de vertraging van de auto.

Slide 28 - Open question

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 29 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 30 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 31 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 32 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 33 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 34 - Quiz

Een vrachtauto heeft een grotere traagheid dan een personenauto
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Welk begrip hoort
bij deze afbeelding?
A
Vertraging
B
Weerstand
C
Traagheid
D
Arbeid

Slide 36 - Quiz

Wanneer heeft een voorwerp een grote traagheid?
A
bij een kleine massa
B
bij een grote massa
C
bij een klein volume
D
bij een groot volume

Slide 37 - Quiz

Een volgeladen vrachtwagen heeft een grotere traagheid dan een lege vrachtwagen.
Hoe merkt een chauffeur dat bij het afremmen?

A
moeilijker bestuurbaar
B
duurt langer om op snelheid te komen.
C
duurt langer om tot stilstand te komen
D
er is geen waarneembaar verschil

Slide 38 - Quiz

Sleep het juiste diagram naar de juiste soort beweging. 
eenparig
vertraagd
versneld

Slide 39 - Drag question

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 40 - Quiz

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 41 - Quiz

Als de netto kracht op een voorwerp nul is, is ook de snelheid van dat voorwerp nul.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

De versnelling is altijd in de richting van de netto kracht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

Een auto rijdt 49 km/h als voor hem het verkeers-licht op rood springt. De bestuurder remt en staat in 2,2 s stil. Bereken de vertraging van de auto.

Slide 44 - Open question