Strip, nieuwsbericht, recensie, recept. Dit zijn voorbeelden van:
A
Tekstvormen
B
Tekstsoorten
C
Titels
D
Tekstdoelen
Slide 8 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een amuserende tekst?
A
Roman, strip, kort verhaal
B
Nieuwsbericht, instructie
C
Ingezonden brief
D
Reclamefolder, advertentie
Slide 9 - Quiz
Het onderwerp aankondigen. Een kort grappig of bijzonder verhaaltje vertellen. Een of meer vragen stellen. De aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen. Dit zijn:
A
Manieren om een tekst af te sluiten
B
Manieren om een tekst in te leiden
C
Manieren om een titel te schrijven
D
Manieren om de hoofdgedachte te noteren
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Met welke tekstvorm hebben wij hier te maken?
A
Krantenartikel
B
Advertentie
C
Poster
D
Brief
Slide 12 - Quiz
Lees de tekst.
Slide 13 - Slide
Wat is de tekstvorm?
A
Nieuwsbericht
B
Stripverhaal
C
Reclametekst
D
Recept
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Zie je tussenkopjes?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.
Slide 17 - Quiz
Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld
Slide 18 - Quiz
Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn
Slide 19 - Quiz
Wat is een synoniem van het woordje 'docent'?
A
Leerling
B
Leraar
C
Vader
D
Moeder
Slide 20 - Quiz
Wat is een antoniem van het woord 'goed'?
A
Slecht
B
Juist
C
Koud
D
Warm
Slide 21 - Quiz
"Ik heb lang moeten wachten, wat heus geen pretje is." Waar verwijst het woordje 'wat' naar?